Verantwoord ouderschap en natuurlijke geboorteregeling was het thema van de februari-uitzending van Biofides bij Radio Maria België. Dat mede naar aanleiding van uitspraken van paus Franciscus in het vliegtuig van Manilla naar Rome, waarin hij aangaf dat ‘goede katholieken zich niet als konijnen zich moeten voortplanten’. Waar het hem om te doen is, is verantwoord ouderschap. Hieronder de integrale tekst van de Biofides-uitzending, waar we dieper ingaan op ‘verantwoord ouderschap’ en methoden van ‘natuurlijke geboorteregeling’. Uw reacties zijn welkom onderaan de pagina.
Introductie
Beste luisteraars, Welkom terug bij het programma Biofides, hier bij Radio Maria. Biofides is een programma anders dan andere. In dit programma denken we met u na over grote vragen omtrent het leven, die op het raakvlak liggen van ons geloof, verstand, wetenschap en ethiek. Biofides is een samentrekking van biologie en geloof en Biofides is dan ook de naam van een apostolaat dat ik, Vincent Kemme, een aantal jaren gestart ben als oud-leraar biologie uit Nederland, aan de Europese scholen in Brussel en enige tijd in het Vlaamse onderwijs. Zij die al vaker naar dit programma geluisterd hebben weten dat ik in het apostolaat Biofides antwoorden tracht aan te reiken op vragen die ons biologische bestaan betreffen, ons lichaam onze voortplanting, onze gezondheid, onze oorspring in de geschiedenis van het universum, ons milieu, en ook het einde van ons leven op aarde. De wetenschap kan ons veel zeggen over al deze dingen , maar hoe verhouden die zaken zich tot ons geloof? Hoe kunnen we bijbel en kerkelijke traditie begrijpen als het gaat om deze aardse, lichamelijke en natuurlijke feiten waarmee we elke dag geconfronteerd worden? En hoe kunnen we op basis van onze natuurlijke kennis, gevoed door de wetenschap, zo verstandig mogelijk met het leven omgaan. Is wat de Kerk ons leert over het menselijk handelen, de ethiek, zoals we dat noemen te verenigen met wat de wetenschap ons zegt, of strijden die twee zaken met elkaar.
Het is mijn persoonlijke ondervinding en die van vele christelijke wetenschappers én van theologen, dat inzichten over het leven vanuit de wetenschap hand in hand gaan met die van het geloof. Er is geen tegenspraak tussen geloof en wetenschap. We hebben dat al vele malen in deze uitzendingen belicht, soms in algemene termen, soms op specifieke terreinen zoals scheppingsgeloof en evolutieleer. Veel van die thema’s zijn terug te lezen en te beluisteren op de website www.biofides.eu. Indien u gaat naar de ‘audio’, dan treft u alle besproken thema’s bij zowel Radio Maria Nederland al Radio Maria België aan en kunt u naar het thema van uw keuze luisteren. Indien u bij Radio Maria België naar Biofides wil luisteren, dan is de vaste afspraak: elke eerste dinsdag van de maand om 13 uur en de erop volgende zaterdag om 18.15 wordt het herhaald.
Biofides is er in feite om gelovigen en ongelovigen een antwoord te geven op essentiële vragen over ons bestaan, die leven onder jongeren, studenten, mensen die in het onderwijs werken of in de gezondheidszorg, priesters en religieuzen die zelf niet altijd in de gelegenheid zijn om dergelijke thema’s nader te bestuderen. Wij werken de laatste jaren intensief samen met katholieke artsen in Nederland en België om de grote vragen over katholiciteit en het medisch beroep beantwoord te krijgen. En wij komen tijd te kort om de vragen die ons gesteld worden via onze mailbox bij radio Maria, via onze website en andere internet-kanalen te kunnen beantwoorden. Op onze website vindt u ook een knop die u in staat stelt Biofides te steunen. Uw maandelijkse gift stellen wij zeer op prijs, net als uw gebed natuurlijk. U kunt zich ook aanmelden voor een elektronische nieuwsbrief en al uw vragen kunt u aan ons stellen op ons speciale e-mail adres bij Radio Maria: biofides@radiomaria.be. Wij zien uw reactie graag tegemoet.
Vruchtbaarheid
Vandaag willen we het bij het programma Biofides hebben over een wel heel speciaal thema dat onze lichamelijkheid betreft, de biologische kant van ons bestaan, en dat is de omgang met onze vruchtbaarheid. De aanleiding voor deze keuze is meervoudig: onlangs haalde paus Franciscus de voorpagina’s met opmerkelijke uitspraken over dit onderwerp, in het vliegtuig van Manilla naar Rome, terug van zijn reis naar de Filippijnen. Tegelijk werkt Biofides mee aan een vertaalproject van een omvangrijke catechese van de inmiddels heilig verklaarde paus Johannes Paulus II, over de zg. ‘Theologie van het Lichaam’, een reeks woensdag-audiënties, gehouden van 1979 tot 1984, waarin hij zijn visie op de menselijke seksualiteit en vruchtbaarheid uiteenzet. Het omvangrijke werk, in niet eenvoudige theologische en filosofische taal geschreven, bestaat nog niet in het Nederlands en daar wordt nu met een Nederlands-Vlaamse werkgroep aan gewerkt. Met het oog op de gezinssynodes van oktober vorig jaar en die van dit jaar oktober, is het van bijzondere betekenis en urgentie, dat dit standaardwerk van de Kerk omtrent de seksuele moraal in ons taalgebied ter beschikking komt.
Een element dat zowel in de uitspraken van paus Franciscus in dat vliegtuig, als in de Theologie van het Lichaam aan de orde komt is de zg. natuurlijke geboorteregeling. De zalige Paus Paulus VI had daarnaar reeds verwezen in zijn nogal verguisde encycliek Humanae Vitae in 1968, toen hij zijn visie op de omgang met de menselijke vruchtbaarheid aan de wereld bekendmaakte. Niet lang daarvoor had de hormonale contraceptie, zeg maar ‘de pil’, zijn intrede gedaan. Nu zou men op een eenvoudige manier de het aantal en de frequentie van de geboorten kunnen regelen. De Kerk had in haar hele geschiedenis, in overeenstemming met de joods-christelijke traditie, de contraceptie altijd afgewezen: de gemeenschap tussen man en vrouw mocht nooit opzettelijk beroofd worden van de mogelijkheid tot nieuw leven. De eenheid tussen man en vrouw in het verbond van het huwelijk had immers als natuurlijk doel om nieuw leven voort te brengen en die mogelijkheid moedwillig inperken ging in tegen het scheppingsplan met God men man en vrouw, die als medescheppers juist geroepen waren om hun onderlinge liefde ook vruchtbaar te laten zijn. De vraag was nu of ‘de pil’ een methode kon zijn om op een ethische manier de vruchtbaarheid te regelen. Hoewel er zware druk op Paus Paulus VI werd uitgeoefend om concessies te doen, hield hij zich aan het verbod op contraceptie en wees hij ook de pil af als methode van geboorteregeling, zoals dat al gold voor elke andere vorm van anticonceptie. Dat viel in de westers wereld, ook hier in België, niet in goede aarde en grote delen van die westerse wereld vielen over paus Paulus VI heen; voor velen werd dit een breekpunt in hun relatie met de Kerk. En tot op de dag van vandaag is er veel over dit vraagstuk te doen, zeker nu ook, nu we ons bevinden tussen de eerste en de tweede synode over het gezin, die paus Franciscus heeft uitgeschreven. De raadplegingen die ook nu weer in de bisdommen worden gehouden tonen aan dat vele katholieken niet akkoord zijn met de opvatting van Paulus VI en onlangs zei een Vlaamse bisschop nog dat de bisschoppen over dit standpunt van de laatste pausen maar liever zwijgen, omdat ze er blijkbaar slecht mee uit de voeten kunnen.
Theologie van het Lichaam
Toen Karol Woytila, die Paulus VI nog heeft geadviseerd bij het schrijven van Humane Vitae, paus werd en de naam van Johannes Paulus II aannam, had hij als priester en bisschop in Polen al sinds de jaren vijftig ervaring in de begeleiding van jonge echtparen op het terrein van de beleving van de seksualiteit en de omgang met de vruchtbaarheid. Zijn inzichten, gevoed vanuit de Heilige Schrift, de theologie, de filosofie (hij was vooral filosoof), én de pastorale praktijk door de begeleiding van vele jonge echtaren, hadden hem gebracht tot het vervaardigen van een manuscript dat de titel ‘Theologie van het Lichaam‘ zou dragen. Hij wilde dat als boek uitgeven, maar besloot het – nu hij opeens paus was geworden – te behandelen tijdens zijn woensdag-audiënties in Rome. Dit leidde tot zo’n 130 kortere teksten waarin hij zijn visie, nu als paus en dus met gezag, uiteenzette. Bij theologie zouden wij wellicht niet in de eerste plaats denken aan het lichamelijke, maar wellicht is dat nu juist een probleem in de manier waarop wij tegenover het lichamelijke staan. Er kruipt toch steeds weer gemakkelijk die huiver in, ten overstaan van het vleselijke, en we hebben het moeilijk om dat niveau van ons bestaan naar waarde te schatten. De Griekse filosoof Plato had daar in de Griekse filosofie de aandacht gevestigd op het hogere, de wereld van de ideeën, zonder nog over een ‘god’ te spreken: het aardse en het lichamelijke was minderwaardig, slechts een schim van het hogere. We zijn hem erkentelijk voor zijn bijdrage aan het menselijk denken dat ons juist de ogen opent voor het hogere. En de christelijke traditie, met name Augustinus, zal dankbaar van zijn denken gebruik maken, voor zover het met het dan nog jonge christelijke geloof van de 4e en 5e eeuw te verenigen was. De wereld van de ideeën zou in relatie gebracht worden met de God, die het joodse en het christelijke geloof had leren kennen door de Openbaring: God had zich laten kennen, in de hoogste mate in Jezus. Bovendien bestreed Augustinus de eenzijdige belangstelling voor het geestelijke, ten koste van de waardering van het lichaam, dat in zijn tijd door het manicheïsme werd verkondigd en waarin hij ooit had geloofd. Plato’s leerling Aristoteles echter had zijn leermeester al aangevuld, door meer waarde en aandacht aan de aardse werkelijkheid te schenken, om van daaruit door abstracties op te klimmen naar het hogere, tot de essentie van de dingen en zo verder tot de ‘eerste beweger’, een soort filosofische god, waartoe hij besloot. Uiteindelijk zou het Thomas van Aquino zijn die de grote synthese zou aanbrengen tussen het aardse en het hemelse, tussen de Griekse filosofen en de Joods-christelijke gelovigen, tussen de rede en het geloof van de Kerk. En dat betrof dus ook het menselijk lichaam, de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Maar nog steeds steekt een bepaald denken onder ons de kop op en zal het dat misschien wel steeds doen: mensen die het lichamelijke tegenover het geestelijke plaatsen, alsof de twee vijanden van elkaar zijn. Onder gelovigen met name (ongelovigen zijn meestal erg materialistisch) bestaat het risico het aardse en het lichamelijke als iets slechts of minderwaardigs te zien, om het geestelijke eenzijdig op te hemelen. In de katholieke traditie, die in hoge mate drijft op de synthese van de scholastiek van Thomas van Aquino, staat het geestelijke weliswaar boven het lichamelijke, maar wordt niet negatief over het lichamelijke gedaan. Indien wij door God naar zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn, dan is ons lichaam een schepsel, dus bezit het een waardigheid die uiteindelijk van God komt en is er niets slechts aan. En dat geldt ook voor de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Het probleem ontstaat pas als wij mensen ons scheiden van onze Schepper, door de zonde van hoogmoed, en daarmee ook de innerlijke harmonie tussen lichaam en geest verliezen, de twee van elkaar scheiden om vervolgens eenzijdig geestelijk of eenzijdig lichamelijk door het leven te gaan. Tegen dat gevaar streed Augustinus al in de 5e eeuw en daarop wil vandaag de theologie van het lichaam een antwoord op bieden. Waar het om gaat is de oorspronkelijke scheppingsorde van God inzake ons lichaam te onderkennen, te begrijpen hoezeer de zonde onze beleving van het lichaam heeft aangetast, hoezeer Christus ons een verlossing van ons lichaam en van de gehele schepping aanbiedt en wat de uiteindelijke bestemming van ons geestelijk én lichamelijk leven is. In dat kader past een van de grootste geschenken die de mens van de Schepper gekregen, heeft: naast onze zintuigen, onze smaak en spijsvertering, ons vermogen om ons voort te bewegen en rechtop te gaan, is er de gave van de geslachtelijkheid, het man- of vrouw zijn en als man en vrouw complementair zijn, elkaar aanvullen naar lichaam, maar ook psychologisch en geestelijk, bestemd om een levengevende liefdesgemeenschap te vormen naar het beeld van God, een scheppende verbintenis die wij huwelijk noemen.
De theologie van het lichaam, waarvan we hopen binnen enkel maanden de complete Nederlandse vertaling in boekvorm beschikbaar te hebben, biedt dus een antwoord op hoe wij ons man en vrouw zijn kunnen beleven, een onderwerp waarover veel verwarring bestaat, een verwarring die wij in het programma Biofides al vaak aan de orde gesteld hebben. Wie een kortere uiteenzetting van deze visie van paus Johannes Paulus II zou willen lezen, raad ik aan zijn apostolische exhortatie Familiaris Consortio te lezen, over het christelijk gezin in deze tijd, geschreven in 1981 maar nog zeer actueel. Wat u in deze brief van de paus zal aantreffen is de waarschuwing voor een ‘contraceptieve mentaliteit’. Blijkbaar zijn we in een tijd aanbeland, waarin seksualiteit en vruchtbaarheid twee gescheiden onderwerpen zijn. Jongeren gaan samenwonen en hebben een seksuele relatie, los van de vraag of zij een kind ter wereld willen brengen. Dat heeft zonder twijfel te maken met de gemakkelijke beschikbaarheid, sinds het begin van de jaren zestig, van de hormonale contraceptie, die bejubeld is als een ‘bevrijding voor de vrouw’. Nu hoefde zij niet meer te vrezen elke keer zwanger te worden als zij gemeenschap had met haar man. Het resultaat was echter dat zij het risico liep het lustobject van haar man te worden en in plaats van bevrijd te worden een nieuwe slavernij kreeg opgelegd. En dat de intieme ontmoeting tussen man en vrouw, die nu niet meer tot een kind hoefde te leiden, gemakkelijker ook buiten het huwelijk kon worden beleefd, wat de stabiliteit van het huwelijk zou aantasten. Het lijkt dan ook geen toeval dat sinds die tijd het aantal echtscheidingen spectaculair is gestegen. Seksueel genot is een doel op zich geworden, zonder consequenties, zodat het zelfs minder relevant werd of het om een relatie tussen een man en een vrouw ging, wat naar mijn overtuiging de weg geopend heeft naar seksueel verkeer tussen mensen van hetzelfde geslacht. Ik weet dat deze visie omstreden is, maar het is toch opmerkelijk dat de zg. seksuele revolutie van de zestig en zeventig, waar de opmars van de homoseksualiteit een onderdeel van mag worden genoemd, zo kort gevolgd is op de introductie van de hormonale contraceptie én de massale afwijzing van Humane Vitae in de westerse wereld. Paulus VI waarschuwde in zijn encycliek voor ‘promiscuïteit’ (‘zedeloosheid’) indien de contraceptie op grote schaal zou worden gepraktiseerd. En die voorspelling is uitgekomen. We zijn in een situatie beland waarbij er een complete onduidelijkheid is ontstaan omtrent het man en vrouw zijn, denk aan de ‘gender-ideologie’, die beweert dat het geslacht iets is dat je kan kiezen en dat sociaal-cultureel bepaald zou zijn en niet lichamelijk of biologisch bepaald. Wie voelt dat hij of zij in het verkeerde lichaam geboren is kan zich laten behandelen. Biologisch is er geen enkele grond voor deze transgender theorie, maar zij wordt breed aanvaard en het is zowat verboden om daar kritische vragen over te stellen. Hetzelfde geldt voor de beleving van de seksualiteit en de vruchtbaarheid. We hebben eerder in dit programma aandacht aan dit probleem van onze tijd besteed. In die werkelijkheid bevindt zich ook de Kerk, hier in het Westen en zij worstelt met de vraag hoe wij vandaag op een pastorale manier in liefde en waarheid over deze thema’s kunnen spreken, zonder mensen te veroordelen, maar tegelijk zonder de waarheid omtrent het man en vrouw-zijn op te offeren. De paus heeft dit grote probleem onderkend en een lang proces in gang gezet om de Kerk te laten nadenken over de taal die zij kan spreken in de geseculariseerde wereld, van na de seksuele revolutie, die mannen en vrouwen, in welke levenssituatie ook (samenwonenden, homo-koppels, hertrouwde echtgescheidenen). Maar laten we de gewone jongeren niet vergeten die dromen van een vaste relatie of huwelijk, gehuwden die naar best vermogen hun huwelijksverbond willen beleven en kinderen wensen te ontvangen en op te voeden, een gezin waar deze kinderen harmonieus op kunnen groeien. Dat doet veel stof opwaaien en niet weinigen hopen dat de Kerk haar visie op het man en vrouw zijn bijstelt, zich aanpast aan de moderne tijd. Anderen vrezen dat juist en houden hun hart vast als de paus op een geheel andere manier dan zijn voorganger dit synodaal proces begeleidt, de Kerk leidt op een informele manier, zich bedient van mensen en uitdrukkingen die menigeen verbaasd doen opkijken, de wenkbrauwen doen fronsen, anderen doet juichen.
Verantwoord ouderschap
In dat licht kunnen we de uitspraken van paus Franciscus in het vliegtuig van Manilla naar Rome wellicht beter begrijpen. Waar het de paus om te doen is, is ‘verantwoord ouderschap’. Dat was nu ook juist de kern van hetgeen Paulus VI in 1968 aan de wereldgemeenschap mee wilde delen: laten we bewust en verantwoord omspringen met het geschenk van de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Wij zijn niet geroepen om de intimiteit tussen man en vrouw van haar vruchtbaarheid te beroven en herkennen en respecteren onze roeping ‘vrije en verantwoordelijke medewerkers van de goddelijke Schepper’ te zijn (Humanae Vitae § 1). Net zo min zijn wij geroepen zoveel mogelijk kinderen op de wereld te zetten, want er zijn situaties denkbaar, “fysieke, economische, psychologische en sociale omstandigheden” (HV § 10), die dat tot een onverantwoord gedrag zouden kunnen maken. Een man, bijvoorbeeld, heeft uit oogpunt van de naastenliefde, de evidente plicht om in zijn relatie met zijn vrouw haar welzijn in het oog te houden, temeer omdat haar welzijn ook dat van het kind betreft. God heeft ons de verantwoordelijkheid voor de vruchtbaarheid toevertrouwd en het is in ieders belang en tot zijn meerdere eer en glorie om daar verantwoord mee om te gaan. In dat opzicht is het volstrekt duidelijk dat wij ons niet ‘als konijnen’ moeten gedragen. Velen hebben de paus deze uitspraak kwalijk genomen en hij verontschuldigde zich zelf in het vliegtuig op voorhand al voor zijn woordkeuze, maar op de keper beschouwd had hij natuurlijk gelijk: mensen zijn geen dieren. Wij zijn anders dan de dieren ‘naar Gods beeld en gelijkenis geschapen’, hebben een vrije wil, en zijn in staat en geroepen om verantwoordelijkheid op te nemen voor ons doen en laten. Dat betreft ook de seksualiteit. In de beeldspraak van de konijnen is er nog het element van de veelheid aan nakomelingen die dat beeld oproept. Of dat nu helemaal gelukkig is gekozen, als voorbeeld, daar valt over te twisten: waar het om gaat is dat verantwoord ouderschap niet betekent dat men zoveel mogelijk kinderen ter wereld brengt. Het is aan de ouders om – eventueel begeleid door een priester en/of daartoe gevormde leken, mogelijk ook artsen – te onderscheiden wat voor hen verantwoord ouderschap inhoudt, edelmoedig kiezend, wellicht, voor een groter gezin, of om ernstige redenen de geboorte van kinderen tijdelijk; of voor onbepaalde tijd te vermijden (HV § 10). Het is op deze uitoefening van verantwoord ouderschap dat de paus ongetwijfeld doelde. Hij hield in dat vliegtuig echter geen formele toespraak, maar gaf op een informele wijze, spontaan antwoord op vragen van journalisten. Iedere gevormde katholiek en weet dat op dergelijke geïmproviseerde uitspraken of de woordkeuze geen ‘dogma van onfeilbaarheid’ rust.
Sommigen zijn over de woorden van de paus gevallen, als zou hij daarbij grote gezinnen in de kou hebben laten staan, maar dat lijkt mij toch een overhaaste conclusie. Verantwoord ouderschap kan ook grote gezinnen betekenen. De paus sprak echter over een vrouw die al zeven keizersneden had ondergaan en weer zwanger was en hij zou haar op haar verantwoordelijkheid gewezen hebben om te voorkomen dat haar kinderen het ooit zonder moeder zouden moeten stellen. Dit praktijkvoorbeeld, uit de losse pols geciteerd, is bij sommigen slecht gevallen, omdat het heel goed kan zijn dat vrouwen via vele keizersneden een groter aantal kinderen ter wereld brengen, zonder dat daar voor henzelf of voor de kinderen enig risico aan verbonden is. Waar het de paus echter om ging was ongetwijfeld een geval waarbij het leven van de vrouw mogelijk wel in gevaar kwam. Indien dat het geval is, kan je je inderdaad afvragen of het van verantwoord ouderschap getuigt als er nog weer een zwangerschap volgt. De persconferentie in de lucht was niet de geschikte plaats om dit concrete geval dat de paus aanhaalde verder te bespreken. En gezien de context leek me de essentie van wat de paus wilde zeggen geheel duidelijk en in overeenstemming met wat de Kerk altijd geleerd heeft, maar wat je ook als ongelovige voor redelijk kan houden: laten we verantwoord omgaan met het leven in het algemeen en in het bijzonder met onze seksualiteit en vruchtbaarheid.
Natuurlijke geboorteregeling
Maar hoe kunnen we dat in de praktijk doen? Hoe kunnen we verantwoord omgaan met de vruchtbaarheid, zonder onze natuurlijke vermogens middels hormonen te blokkeren, zonder pas bevruchte menselijke eicellen, kinderen in het prilste stadium van hun ontwikkeling, nog maar één of enkele cellen groot, moedwillig verloren te laten gaan door de innesteling van de vrucht in de baarmoederwand onmogelijk te maken. Of – ergen nog – door menselijke embryo’s die al hun voeding in de baarmoederwand hebben gevonden en daar groeien en zich ontwikkelen, alsnog van het leven te beroven? Want dat zijn de drie opties die men heeft, als men zich bedient van contraceptie: of de geslachtsdaad wordt onvruchtbaar gemaakt en gereduceerd tot een daad van echtelijk genot, beroofd van haar oorspronkelijk doel: leven te verwekken uit liefde. Hormonale contraceptie doet dat door de productie van eicellen in de eierstokken van de vrouw tegen te gaan, het hormonale stelsel van de vrouw in feite stil te leggen. Of – mocht er toch een vrucht zijn ontstaan na de eenwording – wordt de innesteling van die vrucht in de baarmoederwand onmogelijk gemaakt. En in het laatste geval wordt de vrucht in enig stadium van de zwangerschap door aan geprovoceerde abortus of ‘zwangerschapsafbreking’ gedood en uit de baarmoeder verwijderd. Wie de waardigheid van het vrouwelijk lichaam, haar vruchtbaarheid, samen met die van de man en de waardigheid van het menselijk leven ook in zijn prilste stadia onderkent, kan begrijpen of tenminste aanvoelen, dat dergelijke contraceptieve en abortieve ingrepen tegen de menselijke waardigheid in gaan. Misschien mogen we deze dingen doen met dieren, maar wij zijn toch geen dieren! Zijn er geen andere wegen waarlangs we dat verantwoord ouderschap kunnen beoefenen? Ja die zijn er. Het zijn – zoals geëngageerde, geïnformeerde katholieken al lang weten – natuurlijke methoden die gebruikmakend van natuurlijke perioden van onvruchtbaarheid van het echtpaar, man en vrouw in staat stellen om een verantwoord aantal kinderen ter wereld te brengen. Zij kunnen dat doen over een tijdspanne die de vrouw voldoende tijd geeft te herstellen van een eerdere bevalling, rekening houdend met – zoals gezegd – de specifieke lichamelijke, economische, psychologische en sociale omstandigheden van dat gezin. Het gaat over de natuurlijke geboorteregeling die voor iedereen gemakkelijk toegankelijk is, goed aan te leren, wetenschappelijk getoetst en even betrouwbaar als de hormonale anticonceptie, echter zonder de gezondheidsrisico’s die de vrouw oploopt bij gebruik van ‘de pil’ én zonder het risico dat een vrucht door toedoen van zijn ouders en van artsen verloren gaat. Er bestaan verschillende van deze methoden, door verscheidene instellingen aangeboden, maar allen zijn ze gebaseerd op het gegeven dat een vrouw per cyclus op één moment één of hoogstens twee eicellen produceert, die een levensduur hebben van minder dan 24 uur indien zij niet bevrucht worden. Dat ene moment in de cyclus van gemiddeld 28 dagen noemt men de eisprong. Voor de bevruchting van die eicel is de vereniging van man en vrouw nodig in een periode rond die eisprong, rekening houdend met de levensduur van het zaad van de man in de vruchtbare periode bij de vrouw, die tot een dag of vijf kan oplopen. De eisprong gaat namelijk gepaard met een periode waarin de baarmoeder bijzonder ontvankelijk is voor het zaad van de man en ze voorwaarden schept waarbij dat zaad relatief lang kan overleven en het zich naar de eileiders van de vrouw kan bewegen. Al met al ontstaat er zo een periode van ongeveer zes dagen per cyclus, gemiddeld gesproken, waarbij een koppel feitelijk in staat is een kind te verwekken. De overige tijd van de cyclus is de vrouw, of beter: zijn man en vrouw als koppel onvruchtbaar. Indien er dus goede redenen zijn om van de verwekking van een kind af te zien, dan is het zaak de echtelijke liefde buiten die periode te beleven en dat is goed mogelijk, ook al moet toegeven worden dat de beleving van de echtelijke liefde dan wat minder intens kan zijn. Maar dat belet ons niet om een gelukkig huwelijksleven te hebben, zonder dat er noodzakelijkerwijs een zwangerschap op volgt. De natuur voorziet zelf in pauzes in de vruchtbaarheid, waar wij zonder probleem gebruik van kunnen maken. In dat geval handelen we namelijk niet tegen de vruchtbaarheid, maar gebruiken we de gegeven momenten in de cyclus, in feite het grootste deel van de vrouwelijke cyclus. Er er zijn andere manieren voor een man om zijn liefde voor zijn vrouw uit te drukken gedurende de dagen dat zij vruchtbaar is, en in het geval dat er geen kind verwekt zou moeten worden: hij kan de vuilniszakken eens buiten zetten, of dat kapotte badkamerlampje nu eindelijk eens repareren! Liefde heeft een element van met en van elkaar genieten in de zuivere zin van het woord, maar groeit de liefde niet als er een offertje voor moet worden gebracht?
Betrouwbaarheid
De grote vraag van mensen die contraceptie gebruiken, of jonge koppeltjes die aan het begin van een huwelijk staan en overwegen om een natuurlijke methode van geboorteregeling toe te passen, is de vraag naar de betrouwbaarheid. Die hangt van twee zaken af: is de methode biologisch-technisch – om het zo te zeggen – betrouwbaar? De tweede factor is hoe betrouwbaar zijn de mensen die de methode hanteren? Want onvoorzichtigheid, kan de betrouwbaarheid natuurlijk schaden. Echter: dan ligt het niet aan de methode maar aan de man en vrouw die te methode toepassen. Indien er dan toch een kindje komt, dan kan men moeilijk de methode daarvan beschuldigen. Er worden ook kinderen geboren door onvoorzichtig om te gaan met anticonceptie. In die zin is er geen verschil. Maar wat de ‘techniek’ betreft gaat het om het herkennen van de symptomen bij de vrouw die haar kunnen aangeven dat ze in haar vruchtbare fase is, of niet. Zonder hier qua lichamelijkheid in detail te gaan, vanwege het tijdstip waarop dit programma uitgezonden wordt, kunnen we zeggen dat er lichamelijke symptomen zijn bij de vrouw die zij goed kan leren herkennen en die haar al met een grote zekerheid kunnen zeggen waar zij is in haar cyclus. Een aanvullend gegeven is de lichaamstemperatuur van de vrouw, die bij de eisprong normaal gezien met zo’n 0,2 graden Celsius stijgt. Door dagelijkse meting van de temperatuur bij het wakker worden, elke dag om het zelfde uur, en de gegevens te noteren in een grafiek (een mooi klusje voor de man, want de vruchtbaarheid gaat man én vrouw aan!) kan het echtpaar nauwkeurig bepalen wanneer zij samen vruchtbaar zijn en wanneer niet. Dat geldt ook voor onregelmatige cycli: en er bestaan instanties die het echtpaar kunnen aanleren hoe de symptomen en temperatuurgegevens te interpreteren. Men spreekt daar van de sympto-thermale methode en daar bestaan enkele varianten van. Natuurlijk blijft het aan het echtpaar om te besluiten hoe ze met deze gegevens omgaan. Indien men ernstige redenen heeft om geen kind te verwekken, maar toch wat veel risico’s neemt door de vruchtbare dagen te dicht te naderen, dan kan er toch een zwagerschap volgen. Het is vanzelfsprekend dat het echtpaar dan zijn verantwoordelijkheid neemt en dat kindje even hartelijk verwelkomt als wanneer het wél op dat moment echt gewild was. Men weet dat men met de vruchtbaarheid te maken heeft en mag het kind van een minder gewenste zwangerschap niet de dupe laten worden. Daar kan een kind immers zijn leven lang pijn van meedragen!
Omgekeerd kan het zijn dat een echtpaar problemen heeft met de vruchtbaarheid en zich van deze ‘sympto-thermale methode’ bedient, juist om nauwkeuriger te weten welke dagen zij vruchtbaar zijn, om precies dan gemeenschap te hebben en de kans op een bevruchting te vergroten. Het kan soms zijn dat een echtpaar meer één of enkele dagen per maand vruchtbaar is, en zo de kans op zwangerschap na gemeenschap sterk vergroot. Tenslotte blijkt het soms zo te zijn dat vrouwen die hun cyclus gaan observeren vaak meer respect voor hun lichaam en daarmee voor zichzelf en voor elkaar krijgen, en dat onregelmatige cycli regelmatiger worden. De positieve betrokkenheid van de man bij die observaties voegt iets wezenlijks toe aan de verstandhouding van man en vrouw, die tenminste maandelijks elkaar eens serieus in de ogen moeten kijken en eens praten. Natuurlijke geboorteregeling is dus heilzaam voor de verstandhouding in het huwelijk, wat de regelmaat van de cyclus weer ten goede kan komen.
Vorming en begeleiding
In het Nederlandse taalgebied zijn er op dit moment voor zover wij weten drie instanties die zich vooral toegelegd hebben op het aanbieden van vorming en begeleiding van echtparen op het terrein van de natuurlijke geboorteregeling. In Vlaanderen is dat NFP-Vlaanderen dat gebruik laakt van de methode Sensiplan, een methode die aan Duitse universiteiten is ontwikkeld en die een grote betrouwbaarheid kent. NFP staat voor natuurlijke familieplanning en is gevestigd in Mortsel bij Antwerpen. Een ander aanbod is dat van FertilityCare dat uit de Verenigde Staten naar Europa is komen overwaaien. In feite ging dat uit van de problematiek van ouders die met onvruchtbaarheid kampen. Hen wordt een begeleiding aangeboden die bekend is geworden onder de naam NaproTechnologie, dat staat voor natuurlijke procreatie techniek of natuurlijke voortplantingstechnieken, zo u wil. Bij deze behandeling wordt naar alle mogelijke oorzaken van onvruchtbaarheid gekeken, bij vrouw en man. Dat kan gaan van voedingsadviezen, tot chirurgische ingrepen, hormonale behandeling die niet op de het lamleggen maar op de verbetering van de vruchtbaarheid is gericht en andere vormen van medicatie. Door alle oorzaken van onvruchtbaarheid te onderzoeken kan vaak gericht een oplossing voor het probleem worden gevonden en in veel gevallen is dat succesvol. Bovendien hoeft men dan geen toevlucht te nemen tot de zeer belastende en ethisch zeer problematische techniek van de In Vitro Fertilisatie (IVF), die in feite slechts één remedie aanbiedt voor onvruchtbaarheid die vele oorzaken kan hebben. Daar komt bij dat de bevruchting en dus het ontstaan van het kindje niet langer de vrucht is van de intimiteit van men en vrouw, want zij geschiedt in een laboratoriumschaaltje en wordt bewerkt door een arts of laborant. Er worden meerdere eicellen bevrucht, waarna selectie plaatsvindt van het beste en gezondste vruchtje. Eén of enkele embryo’s worden teruggeplaatst in de baarmoeder. De andere vruchtjes worden ingevroren en bewaard in een koelkast in het ziekenhuis. Later moet men dan beslissen wat er met die menselijke wezentjes moet gebeuren. U begrijpt dat dit grote morele bezwaren oproept en dan hebben we hier nog niet eens alles genoemd wat er ethisch over die techniek te zeggen valt. Bij deze naprotechnologie is het ook van belang dat de cyclus van de vrouw volledig gekend is en zij zal dus uitgenodigd worden, mét met haar man, om de symptomen die wijzen op de vruchtbaarheid, inclusief haar lichaamstemperatuur, te gaan opvolgen. En zo komt men dan tot een zorgzaam omgaan met de vruchtbaarheid, niet voor niets ‘FertilityCare’ genoemd: zorg voor de vruchtbaarheid. Naprotechnologie en FertilityCare zijn in België nog niet zo bekend, maar daar komt nu verandering in, want een gynaecologe, werkend in een ziekenhuis aan de Nederlands-Duitse grens (in Goch bij Nijmegen), komt dit jaar een aantal keren naar België om inleidingen over deze onderwerpen te geven. De eerste is gepland voor februari van dit jaar, 2015, in Brussel. Later in het jaar zijn er nog inlichtingenbijeenkomsten hierover gepland in Vlaanderen en Wallonië, maar daarvan zijn de data en locaties op dit moment nog niet bekend. Dr. Susanne van der Velden uit Nijmegen en Goch, waarover we het hier hebben, kan de voordrachten in maar liefst vier talen geven.
Natuurlijk of kunstmatig
Met al deze informatie hebben we in het programma Biofides vandaag willen praten over de natuurlijke omgang met de vruchtbaarheid. Overigens kan het misverstand ontstaan, bij deze woordkeuze, als zou ‘kunstmatig’ in ons katholieke denken moreel slecht zijn. Dat is niet het geval Waar het bij verantwoord ouderschap en natuurlijke of kunstmatige methoden om gaat, is dat de zij bijdragen aan de menselijke waardigheid, het respect voor de seksualiteit en die van het te verwekken, of nog ongeboren leven. Of de methode nu natuurlijk of kunstmatig is: het moet om een dienst aan het leven gaan en geen techniek die in zich tégen het leven gericht is. De seksualiteit, ons man en vrouw zijn en de daarmee gepaard gaande vruchtbaarheid, onze roeping om leven voort te brengen en zo mee te werken aan het scheppingsplan van God, is van zo’n onschatbare waarde, dat het van de mens de hoogst mogelijk zorg en waardering verdient en – zoals al vele malen gezegd – een er verantwoord mee omgaan. Of dat op een natuurlijke of kunstmatige manier gebeurt is van secundair belang. Er zijn kunstmatige technieken denkbaar die bij kunnen dragen aan de menselijke vruchtbaarheid, zoals de toediening van medicatie of zelfs een chirurgische correctieve ingreep. En de natuurlijke geboorteregeling kan ook misbruikt worden door er een natuurlijke anticonceptie van te maken: dat is het geval indien een koppel om lichtvaardige redenen, zoals het aantal stoelen in de wagen of de dure vakantie die men nog wilde maken zodat er geen geld is voor een kind, op natuurlijke wijze zwangerschappen voorkomen. De essentie van ver verantwoord ouderschap waarover de paus heeft gesproken, op zijn nogal informele manier maar geheel in lijn met wat zijn voorgangers daarover hebben geleerd, is dat men inziet dat man en vrouw, juist als koppel naar Gods beeld en gelijkenis geschapen, geroepen zijn om medescheppers van God te zijn, uit liefde leven te verwekken en daarin noch bang en terughoudend te zijn, noch zich roekeloos te gedragen. Ook demografisch gezien is er wat voor te zeggen om zowel te kleine als te grote gezinnen te vermijden. Het is en blijft aan de ouders om te onderscheiden wat dat voor hen inhoudt, in concreto: daar beslist niemand anders over en hoeven andere mensen ook niet over te oordelen. Mits binnen dit plan van God met man en vrouw beleefd, kunnen natuurlijke en kunstmatige manieren behulpzaam zijn om invulling te geven aan verantwoord ouderschap. Elke methode, natuurlijk of kunstmatig, die tegen die roeping van man en vrouw ingaat, die tegen het ontstaan van nieuw leven ingaat of verwekt leven zelfs ter dood veroordeelt, is immoreel en wordt dus door de Kerk afgewezen. Maar ook gezond verstand zou ons al tot die conclusie kunnen voeren: wij beleven als mensen de seksualiteit niet slechts voor ons plezier: het gaat uiteindelijk om een voortplantingsdaad. De seksualiteit beroven van de vruchtbaarheid gaat tegen ‘de natuur der dingen’ in en ik hoef strikt genomen geen gelovige te zijn om dat in te zien. Je ziet dan ook dat ook ongelovigen interesse tonen voor natuurlijke methoden van geboorteregeling, die niet contraceptief zijn. Soms is dat op grond van gezondheidsafwegingen. Stel, u eet vegetarisch of in elk geval heel gezond, is het dan niet vreemd om wel, een synthetisch vervaardigd hormoonpreparaat te nemen dat toch een aanslag is op het hormoonsysteem van de vrouw en haar gezondheid in gevaar brengt (lees de bijsluiter van de pil en andere hormonale contraceptie)? Of de man die er moeite mee heeft dat hij zijn vrouw een hormoonpreparaat moet laten slikken om vervolgens – vergeef me de uitdrukking – ‘zijn gang te kunnen gaan’: waarom moet hij die pil niet slikken? Waarom niet een gezonde methode kiezen die even betrouwbaar is? Nee, je hoeft dus strikt genomen geen gelovige te zijn om te kiezen voor ‘verantwoord ouderschap’ en ‘natuurlijke geboorteregeling’. Maar in de praktijk blijken het vooral de gelovigen te zijn die voor dergelijke verantwoorde en gezonde methoden kiezen. Waar zit hem dat in? Benedictus XVI zou antwoorden: omdat het geloof het verstand verlicht. Wij mensen leven in een conditie die niet is wat ze in het begin was, bij de schepping van de mens, zo leren ons de Heilige Schrift en de Kerk. Ons verstand is soms verduisterd, we zien het allemaal niet zo helder en gaan dan over tot praktijken, die uiteindelijk helemaal niet goed voor ons blijken te zijn. Dat is de consequentie van wat wij de zondeval noemen: er is iets met de mens gebeurd, waardoor hij niet doet wat hij zou moeten doen, en doet wat hij niet zou moeten doen. Als je dat weet, dan weet je ook dat je je als mens soms moet bekeren, terugkeren naar het oorspronkelijk plan van God met de schepping en met de mens, die ons (Ps. 104) in wijsheid heeft geschapen. Zonder God ontberen we die wijsheid en doen we vreemde dingen. De uitdaging is dus om de uitgestrekte hand van God die Jezus is aan te nemen en terug te keren tot waar het goed en mooi is, dat wat God zich van de schepping had voorgesteld, en wat gelukkig door de mens niet helemaal stuk is gemaakt. We hebben wel veel schade aangericht, door de massale contraceptie die onder andere voor een veel te laag geboortecijfer heeft gezorgd in de westerse landen, door onze vele abortussen. Maar gelukkig is niet alles verknoeid, ook al lijkt het er wel eens op, en is er nog ommekeer mogelijk. Daartoe roept de Kerk, en door Heer heen, Jezus zelf ons in zijn barmhartigheid op. Verantwoord ouderschap en natuurlijke omgang met de geboorten is daar een element van dat ik zou willen situeren in het kader van de nieuwe evangelisatie doorheen het gezin, het thema van de twee bisschoppensynodes in Rome van oktober 2014 en van dit jaar 2015. Laten wij dus, luisteraars van Radio Maria, ons herbronnen op wat God in gedachten heeft omtrent ons man en vrouw zijn, om verantwoord ouderschap en een gezonde en ethische vorm van geboorteregeling. Ons voorbeeld zal misschien meer aanspreken dan ons spreken. Juist echtparen, jongere en oudere, kunnen – beter dan onze priesters en bisschoppen uit de aard van hun specifieke levensstaat, van dit evangelie van het leven getuigen.
Biofides
Ik zeg u deze dingen als echtgenoot en vader van een gezin van zes kinderen, die wij stuk voor stuk gewild hebben. Mijn vrouw en ik moesten er niet aan denken dat onze kinderen in een te klein gezin zouden opgroeien, vanwege de gezelligheid, de sociale vaardigheden die een kind in een wat groter gezin kan opdoen, vanwege de vreugde van het bestaan. We hebben ons ook niet ‘als konijnen’ – zoals de paus het waagde te zeggen – gedragen maar ons bediend van de kennis die er is omtrent de natuurlijke ritmen van de vruchtbaarheid, zodat onze kinderen altijd gekomen toen wij ze wensten. Daar komt bij dat ik – u weet het – van opleiding leraar biologie ben en – indien ik voor de klas zou staan – tieners les zou moeten geven over de voortplanting van de mens. Scholen – ook katholieke – zouden mij min of meer dwingen om dat te doen op een contraceptieve manier: lessen over de pil, gebruik van condooms en dergelijke. Onder ander om die reden sta ik nu niet in het onderwijs maar presenteer ik u deze programma’s vanuit het apostolaat Biofides. Als bioloog wil ik er van getuigen dan ons biologisch bestaan en en ons geloof twee naadloos op elkaar aansluitende grootheden zijn die nergens met elkaar in conflict komen. Dat geldt ook voor de seksuele moraal: wat de Kerk ons leert is zonder twijfel medisch-biologisch het beste voor ons. En wat biologische goed is voor de mens en voor het milieu, blijkt volledig te harmoniëren met wat de Heilige Schrift en de katholieke traditie over der schepping, over de mens en over de seksualiteit ons al eeuwen lang voorhoudt. Daarvan wil Biofides getuigen en ik mag u misschien vragen dat werk ook te willen steunen. Klikt u eens op ‘doneer’ en zo verder. Onze schoorsteen moet ook roken en daarvoor is uw bijdrage onmisbaar.
Indien u vragen of opmerkingen over deze tekst, verzoek ik u een mailtje te sturen naar info@biofides.eu. U krijgt zeker antwoord.