Toeval bestaat, maar dat is niet toevallig…

Naar aanleiding van onze uitzending bij Radio Maria Nederland van 11 juni, waarin we praten over gewone en buitengewone gebeurtenissen in ons leven, besloten we voor de laatste uitzending van deze zomer in te gaan op het bestaan, of niet, van toeval. Dat is een belangrijk onderwerp voor de relatie biologie en geloof, in het bijzonder in de discussie rond evolutie en schepping, maar ook in het gewone dagelijks leven. Is alles wat ons overkomt slechts blind toeval of heeft God er ook nog iets mee te maken? En hoe zit het dan met onze vrije wil, en met het kwaad.

In deze uitzending proberen, we wat helderheid te scheppen in deze materie door de katholieke filosofische traditie te laten spreken. En die zegt: er bestaan toevallige gebeurtenissen, althans in onze ogen, maar daarom zijn die gebeurtenissen nog niet toevallig in de ogen van God. Sowieso moeten er dingen bestaan om die ’toevallige’ gebeurtenissen mogelijk te maken. En het bestaan ontlenen die dingen uiteindelijk aan Diegene wiens bestaan ook zijn essentie is: een Bestaande die noodzakelijkerwijs moet bestaan en waaraan (aan Wie) alles en allen hun bestaan danken. Die ‘Bestaande’ noemen wij God. Aan Mozes openbaarde Hij zich als ‘Ik ben die is’, of ‘Ik ben de Zijnde’.

Bovendien moeten die bestaande ‘dingen’ zich gedragen conform hun natuurlijke aarde en dat is steeds gericht op een doel. Ze zijn ‘intelligent ontworpen’. Dat geldt voor de levenloze én de levende dingen, én de mens. Dus ontlenen ze niet alleen hun bestaan, maar ook hun vermogen (potentie) om zich op een bepaalde manier te gedragen aan degene die hen ontworpen heeft: God.

Twee ‘dingen’ die zich gedragen conform hun ingeschapen doelgerichtheid leiden tot gebeurtenissen die kunnen samenvallen en zo een bijzonder effect kunnen veroorzaken dat ver voorbij gaat aan de twee afzonderlijke gebeurtenissen. Uit hun aard als ‘geschapen ding, zich gedragen conform hun doel, blijkt dat zij al alles met God te maken hebben. Daarmee dus ook een samenloop van natuurlijke gebeurtenissen: die wordt mogelijk gemaakt door God. Daardoor ontsnapt deze in onze ogen toevallige samenloop van gebeurtenissen niet aan Gods Voorzienigheid. God, die sowieso al boven de tijd staat, wordt er niet door verrast: het past uit de aard van de gebeurtenissen in zijn scheppingsplan.

Een man en een vrouw die van elkaars bestaan niet weten gaan onafhankelijk van elkaar maar op hetzelfde moment naar een winkel. Zij laat iets uit haar tasje vallen en hij loopt ’toevallig’ bij haar in de buurt. De twee ontmoeten elkaar bij het oprapen van het tasje en een jaar later zijn ze getrouwd. Toevallige gebeurtenissen, in onze ogen, konden wel eens hel wel ‘georkestreerd’ zijn. Sterker nog: vanuit de scheppingsgedachte is het uitgesloten dat ter ook maar iets vanuit Gods standpunt bezien ook voor Hem volstrekt ’toevallig’ gebeurt.

Dat geldt zelfs voor het kwaad, dat God niet bewerkt maar wel toelaat, maar waar Hij ook een oplossing voor heeft: het lijden, de dood en opstanding van zijn Zoon en ons participeren daarin. We onderscheiden natuurlijk kwaad (een aardbeving) en moreel kwaad (een bankroof). Geen van beide onttrekt zich uiteindelijk – ook al wil God het kwaad niet – aan Gods heilsplan. Het is dramatisch, maar niet hopeloos. Hij blijkt bereid om deze ‘keerzijde van de schepping’ voor zichzelf te aanvaarden om het te overwinnen. Lijden en dood weet Hij om te vormen tot eeuwig gelukt. Dat alles maakt deel uit van het plan van de Voorzienigheid.

Ook de vrije wil van mens weet God niet te ‘verrassen’. Onze beslissingen in het leven zijn werkelijk vrij, maar vallen niet buiten het kader van Gods heilsplan. Het gaat immers om een ‘geschapen’ realiteit en geschonken vrijheid, door God zelf. God laat de mens delen in zijn eigen vrijheid. Hoe kan God een vrijheid schenken die Hij niet aankan, die Hem te boven zou gaan? De menselijke vrijheid is dus niet in tegenspraak met Gods Voorzienigheid.

Het heeft ook te maken met liefde. Wie liefheeft laat de ander vrij. God geeft daarom ook de natuurlijke orde een zeker autonomie: Hij houdt van de schepping en stelt haar in staat door autonome processen of ’tweede oorzaken’ zichzelf te scheppen, volgens de natuurlijke eigenschappen die Hij in de geschapen orde leeft gelegd: de natuurwetten, de kosmologische gegevenheden. God is en blijft de eerste oorzaak én het uiteindelijke doel. De mens, die uiteindelijk in de schepping als wezen met een vrije wil zal leven, heeft deze autonomie in de natuur ten opzichte van de Schepper ook nodig om werkelijk vrij te kunnen zijn. Anders zou hij een soort biologische robot zijn. Zo vrij heeft God hem gewild en gemaakt, opdat Hem in vrijheid wederliefde gegevens kan worden, door de mens.

Dat maakt het ook mogelijk dat de kosmos en het biologisch leven in een autonoom proces, langs natuurlijke processen van oorzaak en gevolg, wordt wat het is, langs een ‘evolutionair’ pad waarin althans in onze ogen – maar niet in de ogen van God – toevalsprocessen een rol spelen. Die autonomie van de natuurlijke orde, inclusief de vrijheid van mens, ontglipt niet aan Gods Voorzienigheid, de wijsheid waarmee hij de wereld en de mens geschapen heeft.

Niet eenvoudig om deze materie kort uiteen te zetten. Heeft u vragen, opmerkingen verbeteringen: laat het ons weten. info@biofides.org.

Biofides is eens in de twee weken op Radio Maria Nederland te beluisteren op vrijdag om 10:15, om 16:30 en om 23:45 uur, én de erop volgende zaterdag om 5:30 uur.
Radio Maria is in heel Nederland en België digitaal te beluisteren via internet en via DAB+.

Nadien kunt u de uitzendingen beluisteren via
de Biofides Soundcloud > Radio Maria Nederland
– de Radio Maria Nederland Soundcloud > Biofides.

Uw vragen en opmerkingen zijn welkom op info@biofides.org
Uw steun is welkom via deze pagina!

Dit bericht is geplaatst in Blog, Blog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.