Ik had de eer om op zondag 21 april dit jaar, te mogen spreken, aan het begin van de Mars voor het Leven 2024 te Brussel. Ik ben oud-leraar biologie uit Nederland en gaf onder meer les, hier in Brussel aan de Europese Scholen en in het Vlaamse onderwijs. Tijdens mijn studie in Nederland ontdekte ik ‘dat God bestaat’. Dat wist ik tot mijn 23e niet echt. Daarom studeerde ik later, hier in Brussel, ook theologie, filosofie en bio-ethiek, om te begrijpen, als bioloog, hoe biologie en geloof samenhangen en waarom abortus bijvoorbeeld geen goed idee is. Vijftien jaar geleden ben ik begonnen met ‘Biofides’, een apostolaat voor biologie en geloof. Daar beantwoord ik de grote vragen over het leven, waaronder de bio-ethische vragen waarmee we allemaal geconfronteerd worden.
Laten we duidelijk zijn: biologische gezien begint het leven niet pas op het moment van de geboorte, of wanneer de foetus buiten de baarmoeder kan overleven. Ook begint het leven niet op het moment, dat het hartje begint te kloppen. Ook begint het menselijk leven niet pas op het moment van de innesteling van het embryo in de baarmoederwand. Jullie weten het allemaal: menselijk leven begint, biologisch gezien, bij de ‘conceptie’, wanneer een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.
Een zwangerschap komt overigens niet uit de lucht vallen! Dat weten jullie! Ik ben vader van zes kinderen en mijn vrouw, die vandaag deelneemt aan de ‘Marche des Mères’ in Banneux, en ik weten maar te goed waar een zwangerschap vandaan komt! Jullie ook? Dat betekent dat als we het over abortus willen hebben, we het eigenlijk over seksualiteit en vruchtbaarheid moeten hebben en over het ideaal, dat elke menselijk embryo de vrucht zou moeten zijn van een intieme, liefdevolle, bestendige relatie die we traditioneel ‘huwelijk’ noemen. Indien we verantwoord met de seksualiteit en de vruchtbaarheid om zouden gaan, zou er geen abortusvraagstuk zijn! Moeten we daarom niet alle aandacht geven aan ‘verantwoord ouderschap’, om de plaag van abortus provocatus te bestrijden? Is abortus niet eerder een symptoom van een menselijk en maatschappelijk drama dat onze tijd kenmerkt?
Laten we dus de kwaal bestrijden door naar de oorzaak te kijken! Die ligt, wat mij betreft, in de jaren zestig, de tijd van de seksuele revolutie, die weer veroorzaakt wordt, in mijn ogen, door de aanvaarding van de contraceptie, als middel om de vruchtbaarheid te regelen. De seksuele beleving wordt gescheiden van de voortplanting en de seksualiteit wordt zo een doel op zich. Vandaag weten we daardoor niet eens meer welke onze ‘natuurlijke seksuele oriëntatie’ is of ons geslacht (of ‘gender). De verwarring is groot! Maar contraceptie faalt soms, of is zelfs abortief, omdat de methode, of het gebruik ervan, niet feilloos is. En dan ontstaat de behoefte aan abortus. Het ongewenste vruchtje gaat weggenomen worden. Men denkt zelfs het ‘recht’ te hebben om verwekt menselijk leven te elimineren!
We hebben te maken met een sterk materialistische kijk op het leven. Sinds die seksuele revolutie is de Gever van het leven bijna helemaal uit beeld verdwenen. Het leven, of het nu de seksualiteit is of het menselijk embryo, is niet langer een geschenk van God maar een naar onze eigen hand te zetten, te manipuleren, materiële zaak. Voor ‘waardigheid’ van het leven is in een materialistisch wereldbeeld geen plaats. Het leven is een ‘ding’ geworden, dat je naar mee kan doen wat je wil. Wij leven niet meer in een ‘cultuur van het leven’ en menen dat de dood, door abortus of euthanasie, een gerechtvaardigde oplossing is voor onze problemen. Een materialistische cultuur wordt zo een ‘cultuur van de dood’.
We leven dus in een cultuur waarin we God en de gave van het leven weer moeten herontdekken en daarmee de waardigheid van het menselijk leven, en van alle leven: ook dat van het ongeboren kind. Indien je het leven als een geschenk van God kan zien, zal je er gemakkelijker respectvol mee omgaan. Wij kunnen dat bereiken niet in de eerst plaats – denk ik – door de wetgevers en de politieke wereld te overtuigen, ook al moeten we daar ook aan werken. Politiek en wetgeving zijn immers een weerslag, een vrucht van de heersende cultuur. We moeten geleidelijk aan de cultuur veranderen, in de eerste plaats door ons voorbeeld. Laten we de wereld verbeteren en bij onszelf beginnen. Laten we ook onze ‘ideologische vijanden’ liefhebben: dat is immers wat het evangelie ons leert. We gaan dus ook geen stenen gooien naar aborteurs of politici, en nog minder naar vrouwen die voor een abortus hebben gekozen. Laten we vrouwen die een problematische zwangerschap beleven helpen en nabijzijn, met vele liefde en begrip. Laten we wel blijven uitkomen voor ons geloof, onze overtuiging, liefst met goede argumenten, maar vooral ook met veel liefde en begrip voor onze andersdenkende gesprekspartner.
Gaan wij onze huidige cultuur op korte termijn kunnen veranderen? Nee, laten we realistisch zijn. Het christendom heeft er drie eeuwen over gedaan om de cultuur van de Romeinen te veranderen. We zullen dus wat geduld met onze hedendaagse cultuur moeten hebben. Maar we gaan niet achterover leunen. Laten we doorgaan met onze mars voor het leven! Laten we vertrekken!
Vincent Kemme