Lezing ‘Geloof en geneeskunde’ in het Vlaamse Aalst

Borse van Amsterdam – Aalst (België)

Op vrijdag 1 september hadden wij het voorrecht om tijdens een bijeenkomst van de ‘First Friday Club’ in het Vlaamse Aalst een lezing te verzorgen over ‘Geloof en geneeskunde’. De First Friday Club is een lokale katholieke vereniging die teruggaat op de ‘devotie tot het Heilig Hart van Jezus’ en de viering van de eerste vrijdag van de maand. Na een mis en aperitief volgt de spreekbeurt, een maaltijd en een moment van vraag en antwoord nadien. En dat alles in de prachtige locatie van de ‘Borse van Amsterdam’ aan de Grote Markt, direct naast het Belfort van het Vlaamse Aalst.

In onze lezing bespraken we hoe ik als bioloog tot geloof tijdens mijn studie biologie aan de Universiteit van Utrecht – nog als agnost – tot geloof kwam, en mijn biologische inzichten moest verzoenen met mijn kersverse geloofsinzichten. Na een loopbaan in het secundair onderwijs in Nederland, Vlaanderen en aan de Europese Scholen te Brussel, en aanvullende studies theologie, filosofie en bio-ethiek, startte ik met Biofides, een apostolaat dat op thema’s op het raakvlak van de biologie en religie ingaat: theoretisch-filosofisch (geloof en wetenschap, schepping en evolutie, het bestaan van God, leven in de kosmos,…) en praktisch-ethisch (seksualiteit en vruchtbaarheid, het ongeboren leven, het einde van het leven, medische ethiek, mens en ecologie, etc.).

Nauwelijks daarmee begonnen werd ik gevraagd om in het bestuur van de Belgische katholieke artsenvereniging Sint-Lucas plaats te nemen om de artsen, Vlamingen en Franstaligen, te helpen bij het op elkaar afstemmen van geloof en geneeskunde. Toen de arts die mij daartoe uitnodigde, tot voorzitter van de Wereldfederatie van Katholieke Artsen verkozen werd, vroeg hij mij om hem in die taak te ondersteunen, zodat ik (en daarmee Biofides) nu artsenverenigingen van over de gehele wereld ondersteun(t).

Tijdens mijn lezing besprak ik voorts voorts de relatie geneeskunde en geloof op drie niveaus: – theologisch,
– filosofisch-antropologisch
– en ethisch.
Vanuit een juist beeld op het bestaan van God en zijn schepping, van – onder meer – de mens, krijgen we een juiste visie op de mens, een juiste antropologie, die ons help om tot een juiste (medische) ethiek te concluderen.

Criterium voor elke overweging op die drie niveaus is de redelijkheid: van het geloof, van ons mensbeeld, als wel van de medische ethiek. Deze drievoudige benadering kan ons helpen om standpunten die de Katholieke Kerk inneemt inzake de geneeskunde beter te begrijpen. In de eerste plaats gaat het daarbij er om als arts te participeren in het ‘herstelwerk’ dat Jezus, de ‘Christus Medicus’, op aarde is komen brengen. God heeft de ziekte en de dood niet gewild of bewerkt, maar wel toegelaten, in zich al een groot mysterie. Hij laat de mens niet aan zijn lot over maar wordt zelf mens om de mensheid te ‘redden’. Waar de zending van Christus ons lichaam én onze geest betreft, neemt de arts vooral het lichamelijke herstel van de mens voor zijn rekening, terwijl ‘de pastoor’ eerder het geestelijk heil van de mens bewerkt. Beide zijn echter complementair en maken deel uit van één en dezelfde missie van Christus, die zich bij uitstek laat kennen in de parabel van de Barmhartige Samaritaan.

Tenslotte stonden we kort stil bij enkele concrete toepassingen waar de geneeskunde in onze dagen nog wel eens in aanvaring wil komen met het geloof, zoals bijvoorbeeld de ’transgender-geneeskunde’.

Download hier de presentatie

Mocht u in uw vereniging of gemeenschap interesse hebben in een dergelijke (of andere) lezing (over biologie en geloof), in Nederland of Vlaanderen, laat het ons weten op info@biofides.org.

Dit bericht is geplaatst in Bio-ethiek, Geloof en Geneeskunde. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.