Is geslachtsverandering gezond?

[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/304115071″ params=”auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false&visual=true” width=”100%” height=”450″ iframe=”true” /]

In het wekelijkse programma Biofides bij Radio Maria Nederland bespreek ik als katholieke bioloog thema’s op het raakvlak van ons biologisch bestaan als mens in de natuur, en ons geloof in God, waartoe de katholieke geloofstraditie ons uitnodigt. Zijn geloof en wetenschap met elkaar te verzoenen? En hoe kunnen we het verstandigst met het leven, ons biologische bestaan, omgaan, vanuit wetenschappelijk en vanuit godsdienstig oogpunt? Komen wetenschap en geloof niet steeds tot dezelfde conclusie? In de uitzending van 23 januari 2017 had ik het over het zeer actuele thema van de geslachtsverandering. Mensen die het gevoel hebben ‘in het verkeerde lichaam geboren te zijn’ vragen niet zelden om een aanpassing van hun lichaam aan het gewenste geslacht. Daar is een hele medische discipline door ontstaan artsen die zich inzetten om deze geslachtsverandering mogelijk te maken. Daarbij gaat het om een drievoudige benadering die ook wel de ‘triadische therapie’ wordt genoemd. Daarbij wordt de patiënt, zowel psychologisch, als hormonaal, als chirurgisch behandeld. Het lijkt er op dat dat het beste is wat er voor handen is om deze mensen te helpen.

Vanuit mijn hoedanigheid als lid van de bio-ethiek commissie van de Wereldfederatie van katholieke artsen, stuitte ik op een artikel van een Spaans instituut voor bio-ethiek, dat aandacht aan deze problematiek besteedde in haar Engelstalige elektronische nieuwsbrief. Zoals het elke arts betaamt, dient volgens het artikel natuurlijk eerst een diagnose gesteld te worden, indien men bij elke aandoening dan ook tot een therapie te kunnen besluiten. Wat is er aan de hand, wat mankeert de patiënt? En die diagnose moet objectief tot stand komen. Men kan niet slechts afgaan op wat de patiënt meent dat hij of zij heeft, op zijn of haar gevoel.

Hoe kan je nu ‘objectief’ vaststellen dat iemand last heeft van ‘transseksualiteit’ en ‘genderdysforie’, het wetenschappelijke woord voor ‘geslacht-identiteitsstoornis’? Daarvoor bestaan er in de medische handboeken die wereldwijd erkend worden richtlijnen, die voorschrijven naar zowel medisch-biologische als psychiatrische aspecten van de patiënt te kijken. Het eerste wat men moet doen is naar het DNA, het erfelijk materiaal van de patiënt kijken. Het is mogelijk dat er om het niveau van de chromosomen, de dragers van de erfelijkheid, een probleem bestaat, zoals dat het geval is bij ‘mongooltjes’ of liever: mensen die het syndroom van Down hebben: zij hebben een chromosoom van het type 21 teveel in de kernen van al hun lichaamscellen. Een dergelijke afwijking bestaat ook ten aanzien van het geslacht van de persoon om wie het gaat en die ziekte noemen we het Syndroom van Turner (bij vrouwen: slechts deling van het geslachtschromosoom XX) en het Syndroom van Klinefelter (bij mannen, XXY). Deze patiënten kunnen hormonaal behandeld worden om de gevolgen van de genetische afwijking zoveel mogelijk te corrigeren, maar ze zulle meestal onvruchtbaar zijn.

Voor de objectieve diagnose van ‘transseksualiteit’ en ‘genderdysforie’ op psychologische vlak ligt het wat moeilijker: een Amerikaanse richtlijn stelt dat men over minstens zes maanden sterk het gevoel met hebben dat er een verschil is tussen wat men voelt op het terrein van zijn geslachtelijkheid of gender, en het geslacht dat men bij de geboorte heeft. De World Professional Association for Transgender Health zegt in haar richtlijnen dat de diagnose voor genderdysforia een essentieel conditie is voor het verkrijgen van chirurgische geslachtsverandering. Men streeft dus objectiviteit na in de diagnose, temeer omdat chirurgische ingreep on feite onomkeerbaar is.

Het probleem van al deze zaken is, dat de patiënt biologische gezien, wat hij of zij ook voelt, genetisch wel degelijk man of vrouw blijft, zelfs in geval van de voornoemde syndromen, waar er sprake is van een genetische aandoening die het geslacht slechts minder duidelijk maakt. Behandeling van gender-identiteitsproblemen maskeert slechts de genetische aanleg tot man- of vrouw-zijn. Het merkwaardige is dat men in de behandeling van deze stoornissen alleen naar het lichamelijke kijkt en niet naar het psychische. Men zou zich ook kunnen afvragen hoe iemand verstandelijk of metaal met zijn of haar geslacht worstelt, kan helpen om te gaan met zijn of haar genetische en biologische aanleg.

Ook is bekend dat hormoonbehandelingen en chirurgische ingrepen (castratie, wegnemen of aanbrengen van borsten, het chirurgisch veranderen van de geslachtsorganen) een permanent gezondheidsrisico met zich meebrengen. Een studie van het Karolinska Instituut in Stockholm, het instituut dat de Nobelprijzen uitreikt!, toont aan dat het sterftecijfer bij mensen van wie het geslacht is veranderd, drie maal hoger ligt dan bij een controlegroep. Daar komt nog bij dat het aantal zelfmoordgevallen bij mensen die na hun pubertijd van geslacht zijn veranderd, 19 maal hoger ligt dan in een controlegroep en het aantal pogingen tot zelfmoord vijf maal hoger ligt. De studie ging over 324 transseksuelen personen, waarvan er 191 van man in vrouw waren veranderd en 133 van vrouw in man, en dat over de periode 1973 tot 2003.

Een andere studie, onafhankelijk van de voornoemde, toonde aan dat onder jongere transseksuele tussen 16 en 24 jaar, 45 procent zelfmoordneigingen vertoonde en 26 procent het ook geprobeerd had. Volwassen transseksuele mensen, die dus van geslacht veranderd zijn, vertonen angstklachten en depressie en soms ook zelfmoordneigingen.

De conclusie van de onderzoekers is dat geslachtsverandering dan misschien wel een oplossing mag bieden voor geslacht-identeitsproblemen, maar dat het de transseksualiteit als zodanig niet oplost (uiteindelijk blijft men van het biologisch geslacht waarmee men geboren is) en het vermijdt geen psychische of lichamelijke klachten nadien, in tegendeel: het veroorzaakt ze in hoge mate.

De vraag is dus: welke therapie is de beste als het gaat om gevoelde problemen rond gender- of geslachtsidentiteit, het gevoel in het verkeerde lichaam geboren te zijn? Men wijst in de richting van de hersenen: hoe kunnen we op het niveau van de neuronen, ons zenuwstelsel, deze mensen helpen zich goed gevoelen in het biologische lichaam waarin ze geboren zijn? Volgens het artikel waaruit ik hier citeer zijn dergelijke neurologische therapieën vooralsnog onbestaand. Het enige wat de wetenschap nu te bieden heeft is de aanpassing van het lichaam aan de hersenen, maar gezien de wetenschappelijk aangetoonde plasticiteit van onze hersenen, achten de onderzoekers het verre van uitgesloten dat dergelijke neurologische therapieën in de nabije toekomst wel gevonden gaan worden. In elk geval geven de grote gezondheidsproblemen aanleiding om te aanpassing van het lichaam aan de geest te vermijden en het eens over die andere boeg te gooien: de aanpassing van de geest aan het lichaam.

Vanuit religieus standpunt weten we natuurlijk, voor zover de biologie het ons al niet leerde, dat God man en vrouw geschapen heeft en dat Hij dat gedaan heeft om zichzelf een icoon op aarde te verschaffen: de levengevende liefdesgemeenschap die het huwelijk is, beeld van God. Lees daarvoor de theologie van het lichaam die onlangs bij Betsaida in Den Bosch verschenen is, en de exhortatie ‘Amoris Laetitia’ van paus Franciscus. De studies tonen opnieuw aan dat wetenschap en geloof elkaar bevestigen, ook al zijn het heel verschillende manieren om naar dezelfde werkelijkheid te kijken, in dit geval de werkelijkheid van de geslachtelijkheid bij de mens. God heeft zich blijkbaar niet vergist bij zijn schepping. Bovendien komen de eerste getuigenissen los van mensen die problemen met hun geslachtelijke identiteit hadden: die na een ontdekking of herontdekking van God in hun leven, een levende relatie met hun schepper door Jezus en met de hulp van de Heilige geest, vrede krijgen met hun lichaam, met hun geslacht en met zichzelf.

Misschien hebt u vragen over dit thema: stuurt u ons gerust een berichtje op info@biofides.eu. Op onze website www.biofides.eu kunt u meer informatie vinden, waaronder eerder uitzendingen bij Radio Maria Nederland én België en – voor wie Biofides wil steunen – een knop met mogelijkheden daartoe.

Dit bericht is geplaatst in a. Seksualiteit & Vruchtbaarheid, Blog, Blog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.