Verklaring van de voorzitter van COMECE, voor de Europese Bisschopen van de Katholeke Kerk, mgr. Van Luyn (Rotterdam) naar aanleiding van de VN-klimaatconferentie in Kopenhagen
‘Algemeen welzijn gaat boven nationaal belang’
Voor aanvang van de vergadering van de Europese Raad op 10 en 11 december in Brussel, riep de voorzitter van de Commissie van de bisschoppenconferenties van de Europese Unie (COMECE), mgr. A. van Luyn, de leiders van de EU en haar 27 lidstaten op om alles te doen wat in hun macht ligt zodat onder de hoede van de Verenigde Naties in Kopenhagen een ambitieus, omvattend en rechtvaardig akkoord voor klimaatbescherming aangenomen kan worden.
“De internationale gemeenschap kan de uitdagingen van de klimaatsverandering slechts het hoofd bieden als alle politieke verantwoordelijken hun krachten bundelen,” schrijft Van Luyn. De COMECE-voorzitter stelt vooral zijn hoop op Europa dat in het verleden al bewezen heeft een voortrekkersrol te kunnen vervullen. “Wij roepen EU-verantwoordelijken op in Kopenhagen datzelfde leiderschap te tonen.”
Van Luyn houdt de leiders stevig voor ogen dat “het algemeen welzijn het in Kopenhagen moet winnen van beperkte nationale belangen. De tijd dringt. In plaats van halfslachtige manoeuvres is handelen geboden.”
“Klimaatverandering – schrijft Van Luyn – “is in toenemende mate een kwestie van overleven van toekomstige generaties. Het stelt de gerechtigheid tussen de generaties zwaar op de proef.
Ook vindt de voorzitter van COMECE dat het akkoord verplichtende targets moet krijgen voor rijke landen betreffende de overdracht van technologie naar en financiële ondersteuning van ontwikkelingslanden. De financiële hulp moet investeringen mogelijk maken voor efficiënt energiegebruik, duurzame energie en milieuvriendelijke technologie; ook moet het ontwikkelingslanden helpen de nodige aanpassingen te realiseren voor de klimaatverandering. Deze ‘klimaathulp’ moet komen boven de al overeengekomen ontwikkelingshulp.
Tevens roept bisschop Van Luyn de gelovigen en “alle mensen van goede wil” op om een ecologisch duurzame levensstijl aan te nemen, gebaseerd op niet-materiële waarden en een geest van matiging. “We hebben nu meer dan ooit een holistische visie op het leven nodig, die niet gefundeerd is op materiële rijkdom, maar op de rijkdom van menselijke relaties, culturele en spirituele waarden.”