In september 2022 hebben de Vlaamse bisschoppen het document ‘Homoseksuele personen pastoraal nabij zijn – voor een gastvrije kerk die niemand uitsluit’ gepubliceerd en een coördinator aangesteld voor het nieuwe ‘Aanspreekpunt Homoseksualiteit en geloof’. Vanzelfsprekend ben ik het daar geheel mee eens: pastorale nabijheid is een must, mensen uitsluiten is volstrekt vreemd aan het evangelie. Toch enkele kritische gedachten daarover.
1. Er wordt bij deze initiatieven van uitgegaan dat ‘homoseksuele personen’ (of lgbti+) zo zijn. Het probleem met deze redenering is echter dat deze eigenlijk geen steun vindt in de wetenschap (biologie, psychologie, sociologie,…). Een grote studie in de VS in 2016 bijvoorbeeld, toont dat aan1. Wetenschappelijk meer verantwoord is te stellen dat de mens net als de hogere planten en dieren zich geslachtelijk voortplant en dat er daartoe twee verschillende maar complementaire geslachten zijn die zich – normaal gezien – tot elkaar aangetrokken voelen, en via geslachtsverkeer in staat zijn nieuw leven te verwekken. Dat neemt niet weg dat sommige mensen gevoelens hebben van aantrekking tot personen van hetzelfde geslacht of zelfs het gevoel hebben dat ze ‘in het verkeerde lichaam geboren zijn’. De oorzaken van deze gevoelens zijn voorwerp van onderzoek. Bepaalde gevoelens hebben maakt echter nog niet dat men zo is. De menselijke natuur wordt niet alleen door gevoelens bepaald maar ook door zijn lichaam (de biologie), zijn verstand (dat kan begrijpen dat seksualiteit met voortplanting te maken heeft), en – niet in de laatste plaats – door zijn geloof in God, die zich aan de mens heeft geopenbaard als de Schepper de wereld, van de mens als man en vrouw, met het oog op de vruchtbaarheid: het vermogen nieuw menselijke leven uit liefde geboren te laten worden. De joods-christelijke geloofstraditie geeft geen aanleiding te denken dat God mensen als ‘homoseksueel’ of ’transseksueel’ geschapen zou hebben en staat afwijzend tegenover ‘homoseksuele gedragingen’ of een ‘homoseksuele levensstijl’. Om te bepalen wat iemands ‘seksuele identiteit’ is, gaat men dus bij voorkeur niet alleen af op het hebben van bepaalde gevoelens, die onder meer het lichaam, de biologie, tegenspreken.
2. Als men de Spaanse en Italiaanse tekst van Amoris Laetitia er op naslaat kan men vaststellen dat daarin geen sprake is van een homoseksuele ‘geaardheid’, zoals de Vlaamse vertaling van dit pauselijk schrijven wil doen geloven. Er is slechts sprake van homoseksuele ‘tendenzen’ (‘tendenza omosessuale’)2. Gebruik van het begrip ‘geaardheid’ lijkt ons te willen doen geloven dat deze mensen homoseksueel zijn, ‘ontologisch’. ‘Tendenzen’ zijn echter neigingen of gevoelens die je hebt, maar die de mens daarmee nog niet definiëren. Ik kan tendenzen in mijzelf waarnemen, maar die moet ik toch kritisch tegen het licht van de objectieve waarheid rond mijn persoon, als mens, houden om dan te besluiten of ik zo ben (en er dus naar zou mogen handelen). Of dat er misschien iets anders aan de hand is. Ik moet misschien niet elke tendens, elk gevoel in mijzelf, zomaar volgen en in daden omzetten. Ik ben dus – met respect voor de ongetwijfeld goede bedoelingen – van mening dat op grond van deze vertaal- of interpretatiefout van Amoris Laetitia, en dus op onjuiste gronden, pastoraal beleid wordt ontwikkeld. Eenieder kan de Italiaanse en Spaanse tekst op het internet vinden en nagaan wat er werkelijk staat’3.
3. Om na te gaan of ‘lgbti+ mensen’ welkom zijn in de Kerk hecht ik er aan drie zaken van elkaar te onderscheiden. In de eerste plaats gaat het om mensen en uit dien hoofde – nota bene ‘geschapen naar het beeld en gelijkenis van God zelf’ – zijn zij meer dan welkom in de Kerk! Ten tweede zijn er die gevoelens of tendenzen die wij als ‘homoseksueel’ of ‘transseksueel’ benoemen en die sommige mensen blijken te ondervinden, volstrekt buiten hun eigen wil of ‘schuld’. Ik zie geen enkele reden om te vrezen dat deze mensen niet welkom zouden zijn in de Kerk. Mensen hebben nu eenmaal een complex gevoelsleven: hoe willen wij ‘bij de ingang van de kerk’ daar op gaan selecteren?! Welke gevoelens zijn welkom, welke niet? Een beetje lastiger wordt het – ten derde – als deze mensen deze tendenzen ook omzetten in daden én daar publiekelijk voor uitkomen (of zelfs reclame voor maken voor deze ‘lifestyle’). Maar ook mensen die – volgens de opvatting van de Kerk – ‘ongeordend’ leven, zijn meer dan welkom in de Kerk, omdat God liefde is, de zondaar liefheeft, ook al zou Hij afschuw van de zonde hebben, en Jezus niet gekomen is om te oordelen maar om te ‘redden’. Dat betekent dat ‘zondaars’ welkom zijn, maar dat zij er wel rekeningen mee moeten houden dat bepaalde gedragingen, veruiterlijkt door de keuze van een bepaalde ‘lifestyle’ , als minder of zelfs in het geheel niet welkom moeten worden beschouwd. Immers: sommige gedragingen gaan, volgens de kerkelijke opvatting, in tegen de menselijke natuur, de scheppingsorde en Gods wil. Je kunt van de Kerk niet verwachten dat zij gedragingen verwelkomt die naar haar oordeel tegen de wil van God ingaan. Daarmee zou de Kerk zichzelf van haar geloofwaardigheid, als ‘mystiek lichaam van Christus’, beroven. Maar de persoon die de tendens heeft zich ongeordend te gedragen, en dat misschien ook doet, is en blijft welkom! Sterker nog: er is niet één persoon in de zondagse viering aanwezig, de pastoor inbegrepen, die niet te maken heeft met bepaalde tendenzen die hem of haar er toe aanzetten zich minder ‘geordend’ te gedragen. Dat begint al bij de tendens om te laat naar bed te gaan, en dus te laat op te staan, en dus maar net op tijd in de mis aanwezig te zijn. Of de tendens om zich bijna de gehele mis vooral met de zorgen van het leven bezig te houden, en niet zozeer met hetgeen God die zondag hem of haar in Woord en sacrament te bieden heeft.
Dus: een paar kritische noten, om het denken op het terrein van homoseksualiteit en geloof wat bij te stellen. Er bestaan ook andere vormen van pastorale nabijheid bij personen met homoseksuele tendenzen, die helaas in de Lage Landen nog nauwelijks bekend of ontwikkeld zijn. Ik denk met name aan het internationale katholieke apostolaat ‘Courage’, “voor mannen en vrouwen met homoseksuele aantrekking en hun dierbaren”4. Centraal in deze benadering staan: “de ontmoeting met Christus, de ontdekking van wie je bent, de groei in heiligheid”. Mogelijk kan dit schrijven een aanzet vormen tot een dergelijk apostolaat in de Lage Landen. Uw – beleefde – reacties zijn welkom op info@biofides.org
Vincent Kemme
Vincent Kemme is oud-leraar biologie, studeerde aan de Universiteit van Utrecht, keerde tijdens zijn studie, na een ‘agnostische’ jeugd en – wat hij noemt – ‘een ontmoeting met Christus’, terug tot het katholieke geloof, doceerde biologie in het secundaire onderwijs in Nederland, aan de Europese Scholen in Brussel en nog enige tijd in Vlaanderen. Aanvullend studeerde hij theologie, filosofie en bio-ethiek, onder meer aan het toenmalige Institut d’Etudes Théologiques te Brussel. Hij is gehuwd, vader van zes kinderen en grootvader van ‘bijna’ vijf kleinkinderen. Zijn activiteiten zijn te volgen op www.biofides.org.
Voetnoten:
- Lawrence S. Mayer and Paul R. McHugh: Sexuality and Gender – Findings from the Biological, Psychological, and Social Sciences, The New Atlantis, Fall 2016, https://www.thenewatlantis.com/publications/executive-summary-sexuality-and-gender
- Esortazione apostolica postsinodale ‘Amoris laetitia’ – Papa Francesco – Libreria Editrice Vaticana 2016, § 250. https://www.vatican.va/content/francesco/it/apost_exhortations/documents/papa-francesco_esortazione-ap_20160319_amoris-laetitia.html#250
- Ibid Spaanse vertaling Amoris Laetitia, § 250: https://www.vatican.va/content/francesco/es/apost_exhortations/documents/papa-francesco_esortazione-ap_20160319_amoris-laetitia.html#250
- Website ‘Courage International’: https://couragerc.org/