Ik neem de uitdaging aan om te antwoorden op een oproep aan mij geplaatst en te reageren op het artikel in Trouw: ‘Biologen nemen met oplossing voor Darwin Dilemma creationisten wind uit de zeilen’. Trouw bericht daarin over de bevindingen van Australische onderzoekers aangaande de Cambrische Explosie, het in relatief korte tijd ontstaan van de meeste nu bestaande’ diersoorten (wormen, geleedpotigen, etc). Die bevindingen zouden een probleem zijn voor ‘creationisten’. Wat zijn daar onze gedachten over?
In de eerste plaats is er een ongelukkige vergissing in de kop boven het artikel: met spreekt van ‘creationisten’ terwijl het in het artikel blijkt te gaan om het wind uit de zielen nemen van aanhangers van ‘Intelligent Design’ (ID). Voor mij zijn dat niet dezelfde mensen. Onder ‘creationisten’ versta ik persoonlijk en velen met mij: mensen die geloven dat de aarde in 6 maal 24 uur is geschapen, zij die de bijbelse scheppingsverhalen dus helemaal letterlijk nemen, alsof het om een soort wetenschaps-journalistieke ‘ooggetuigenverslagen’ gaat van wat er toen precies in de tijd gebeurd is. Bij aanhangers van ‘ID’ gaat het om andere mensen: wetenschappers en sommige filosofen die willen aantonen dat de wereld niet ‘zomaar toevallig’ ontstaan is maar dat het wetenschappelijk aantoonbaar zou zijn dat er een ‘intelligente ontwerper’ op de achtergrond aan het werk is. Deze mensen geloven dus wel in een ‘oude aarde’ en zelfs zijn zij bereid een evolutionair proces te aanvaarden, echter niet op op basis van puur toeval maar op grond van een een intelligente wil én dat dat ‘bewijsbaar’ zou zijn.
Ik behoor tot geen van beide ‘kampen’ en de meest serieuze denkers die ik in de katholieke wereld tegen kom ook niet (waaronder kardinaal Schönborn van Wenen en emeritus paus Benedictus XVI en ook aartsbisschop Léonard van Brussel. De eerste groep, de ‘creationisten’, leggen de bijbelwetenschap naast zich neer die aantoont dat je de oudste bijbelse telsten niet als ‘wetenschaps-journalistieke verslagen mag lezen. Deze teksten hebben een zekere historische waarde maar hanteren ook beeldtaal die hoogst waarschijnlijk niet wetenschappelijk of historisch is (de sprekende slang, de vrouw uit de rib van de man). De vraag die wij ons moeten stellen is – zo leert Vaticanum II bijvoorbeeld – wat God ons door deze teksten heen wil zeggen. En dat is niet persé de mededeling dat de wereld in zes maar 24 uur is geschapen (dat lijkt eerder een literair kader te zijn waarin een scheppingsverhaal is geschreven) maar dat de aarde uit het niets is geschapen door een énige God en schepper (geheel anders dan de omringende culturen uit de tijd van het ontstaan van deze teksten dachten) en dat de schepping fundamenteel ‘goed’ geschapen (en de mens ‘zeer goed, want naar Gods beeld: personen met een vrije wil, in staat tot liefde, etc.)
De ‘ID’-groep lijkt op het eerste gezicht het beter te zien maar maakt vaak mijns inziens één grote fout: het wetenschappelijk willen aantonen van intelligent ontwerp, alsof met God en zijn bestaan, zijn werkwijze, wiskundig en biologisch wil aantonen. Echter: God is de geheel Andere, die zich niet wil laten bewijzen op die manier: hij wil in vrijheid en in geloof erkend worden maar niet doordat zijn bestaan en zijn scheppende werkzaamheid ‘bewezen’ wordt. Biologen kunnen alleen zaken binnen het kader van de levende materie in tijd en ruimte aantonen. God is niet materieel maar pure geest, ‘buiten’ tijd en ruimte. De biologie valt dus af, als bewijsmethode voor ID. Ook wiskunde lijkt te falen: het kan hoogstens aantonen dat de biologie de wetten van de wiskunde volgt en daardoor ‘intelligentie’ verraad maar daarmee is nog geen ‘ontwerper’ bewezen, hoogstens wijst het in de richting van ontwerp. ID is eerder een filosofisch standpunt, een gedachte, een hypothese, en in de ogen van de Kerk een heel goede gedachte, een juiste gedachte maar een niet te ‘bewijzen’ gedachte: het moet in geloof omarmd worden, in vrijheid, na op de knieën gevallen te zijn voor de overweldigende schoonheid en complexiteit van de schepping, bijvoorbeeld, of na een spreken van God in het hart van de mens. Er zijn in de natuur, in de biologie, de wiskunde dus hoogstens aanwijzingen voor een ‘intelligente ontwerper’, die door de theologen ‘God’ wordt genoemd maar er zijn geen ‘bewijzen’. Dat is het bezwaar van de in mijn ogen meest serieuze katholieke denkers tegen de ‘ID-beweging’. ID is uitstekend zolang het filosofie is maar slecht zodra men doet alsof het natuurwetenschap is.
Nu over de cambrische explosie en Darwins Dilemma. Ik schaar mij aan de kant van de Australische onderzoekers, aangenomen dat hun werk deugdelijk verricht is (wat ik op grond van een artikel in Trouw niet kan controleren maar als ze knoeiwerk geleverd hebben zal dat ook wel een keer in de wetenschappelijke pers terecht komen). Dat betekent dat ik bereid ben te geloven in evolutie als historisch feit en als mechanisme waarlangs het leven op aarde is geworden wat het nu is, over een lange periode. Ik ben ook beried te aanvaarden dat daarbij genetische mutaties, toevalsprocessen in de kosmos en natuurlijke selectie een rol spelen. Zo goed als dat ik in fotosynthese of gen-expressie via eiwitten geloof, zo goed ben ik bereid te geloven in een biologisch mechanisme dat leven doet evolueren tot en met de mens. Ik zit er ook helemaal niet mee dat dat proces soms langzaam en soms versneld gebeurt: daar waren in de wetenschap al aanwijzingen voor. Het raadsel waar we voor staan is dat van de richting in de evolutie, de doelgerichtheid, de toenemende complexiteit, de unieke eigenschappen van de soort homo sapiens en het feit dat het gebeurt en niet niet gebeurt. Anders gezegd: evolutie is een volstrekt natuurlijk gebeuren. Het feit dat nu aangetoond lijkt dat de Cambrische explosie gewoon evolutie is maar dan tijdelijk vijf maal sneller dan normaal verandert weinig aan de zaak: evolutie is voor zover ik kan nagaan waar.
Evolutie, ook versnelde evolutie, toont echter op geen enkele manier aan dat er geen sprake van een intelligente ontwerper zou zijn of dar er geen sprake van ‘schepping’ zou zijn. De fout die gemakkelijk wordt is te denken dat een ontwerper of schepper rechtstreeks, fysiek, ingrijpt met bouwtekeningen en fysieke ingrijpen in de moleculen, met het op zekere moment vooruit duwen van de evolutie opdat er mosselen, paarden en uiteindelijk mensen zouden ontstaan. Nee, de Schepper en ontwerper van leven lijkt de kosmos, de materie en het biologisch leven van in het begin de eigenschappen meegegeven te hebben die een biologische evolutie mogelijk maken en zelfs onvermijdelijk. Hij schenkt de kosmos, de materie en het leven om te beginnen het bestaan (het had ook niet kunnen bestaan) vanuit het niets en begiftigt het met de mogelijkheid complexiteit voort te brengen en zelfbewust biologisch leven (de mens) dat net als Hij een onsterfelijke geest in zich kan dragen. Ja, door de Geest is het mogelijk niet alleen woeste en ledige aarde van leven te voorzien (animeren van de levenloze materie) maar zelfs de levende materie ooit te doen delen in de eeuwige verheerlijkte werkelijkheid van het verrezen lichaam, zoals dat van Jezus en Maria, vandaag, met ziel en lichaam in God verenigd. Hoe we ons die samenwerking tussen levende materie en geestelijke bezieling (die evolutie mogelijk maakt op wisselende snelheden) moeten voorstellen blijft raadselachtig: zeker lijkt me dat het bestaan zélf van materie, leven én evolutie als proces hoogst ondenkbaar is als het niet gewild en vanuit de wereld van de geest gedragen wordt, het tot een doel wordt geleid. Evolutie is immers ontegenzeggelijk zeer complex, gericht en ‘wonderlijk’ te noemen. Men verbaast zich erover dat het gebeurt, zo goed als dat het elke keert weer verbaast dat een bloem uit een knop komt of een mensenkind zich in de baarmoeder uit een bevruchte eicel ontwikkelt. God doet daar geen speciale wonderen voor en het zal ook nooit te bewijzen zijn dat de bloem of het kind door God geschapen zijn. God heeft daarvoor niet rechtstreeks in moeten grijpen grijpen, zodat het embryo opeens een hartje zou krijgen, geen speciale interventies of zo. Nee, God heeft zijn kosmos, de materie en het leven goed genoeg geschapen dat al deze zaken kunnen gebeuren en dat het ook feitelijk gebeurt.
Samenvattend: de bevinding van de Australiërs lijken inderdaad bepaalde groepen van mensen de wind uit te zeilen te nemen: mensen die er te simpele, irrationele tot bizarre gedachten op na houden over het wezen en de werkwijze van God de schepper, van een intelligente ontwerper, bij evolutie. Die mensen komen we onder katholieken maar meer nog onder protestanten tegen. Trouw is vanouds een protestants dagblad en richt zich vooral tot dat publiek. In de Reformatie is mijns inziens de relatie wetenschap en geloof echter niet zo goed overdacht als in de katholieke wereld en doen zich misverstanden omtrent ‘creationisme’ en ‘ID’ meer voor van in de katholieke wereld. In de katholieke visie helpt wetenschap gelovigen hun denken over God en schepping te verbeteren, zo goed als de theologie en christelijke filosofie wetenschappers helpt hun kijk op de mogelijkheden en beperkingen van de wetenschap te verbeteren. Zo komen we gezamenlijk dichter bij de waarheid en de waarheid is van God én wetenschappelijk verdedigbaar.