AIDS als vorm van ‘immanente rechtvaardigheid’

Mgr. André-Joseph Léonard, de nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel, laat weer eens van zich spreken. En daarmee de Katholieke kerk in België. Nu is het een boek dat is verschenen met gesprekken met de aartsbisschop, waarin hij AIDS een vorm van ‘immanente rechtvaardigheid’ noemt. De Vlaamse media staan er bol van en ook de politiek buitelt over de aartsbisschop heen. Een nieuwe rel is geboren.


AIDS is een ziekte die onze gemoederen sterk bezig houdt en daar is alle reden voor. Hoewel de ziekte tegenwoordig steeds beter te bestrijden is, blijft het een ernstige levensbedreiging. Seropositieve mensen moeten met tv-spotjes in bescherming genomen worden, zoals de melaatse uit de tijd van Jezus, en terecht. Mensen met een ziekte, wat daarvan ook de oorzaak is, verdienen respect en zorg. Maar de besmettelijkheid van de ziekte zorgt voor paniek onder de bevolking. En dat terwijl er slechts is bij direct lijfelijk contact tussen de weke delen van de huid of bij bloedtransfusies een echt besmettingsgevaar is. Uitsluiting van patiënten wordt zo een vorm van grote onrechtvaardigheid.

Maar het is niet alleen de het levensbedreigende karakter van de ziekte die de gemoederen zo snel doet oplaaien. Iedereen weet dat de ziekte in ernstige mate opgekomen is na de seksuele revolutie en dat het oorzakelijk verband tussen het één en ander vrijwel onomstotelijk vast staat. Seksueel ‘vrij’ gedrag, wisselende seksuele contacten, ongeacht het geslacht van de betrokkenen, hebben het HIV-virus dat van apen afkomstig is ruime kans gegeven zich te verspreiden. In Afrika, waar polygamie relatief veel voorkomt, doet de ziekte zich in ruime mate voor. In het rijke westen, waar veel geld is voor voorlichting, educatie én medische behandeling, lijkt de verspreiding onder controle, maar deze wordt door de heersende moraal voortdurend aangewakkerd. Seks is al lang niet meer een zaak tussen één man en één vrouw die zich verbinden in een levenslange en unieke relatie die naast de liefdesband ook de voortplanting als doel heeft. Seks is geworden tot een genotartikel dat in bijna om het even welke menselijke relatie geconsumeerd kan worden. Het heeft er alle schijn van, gezien deze en andere seksueel overdraagbare aandoeningen, dat de menselijke soort biologisch gezien niet tegen deze cultuur opgewassen is.

Nu heeft de Belgische aartsbisschop over ‘immanente rechtvaardigheid’. Dat zware begrip rechtvaardigheid heeft te maken met eerlijkheid, goed en kwaad, het handelen van de mens, ethiek. Maar zeker als een aartsbisschop er over begint ontkom je niet aan de gedachte dat het ook iets met God te maken heeft. Aan het bestaan van God wordt in onze tijd in hoge mate getwijfeld, laat staan dat we dus nog gewend zijn over Gods rechtvaardigheid na te denken! Rechtvaardigheid verstaan we over het algemeen alleen nog ‘horizontaal’, dat wil zeggen: tussen mensen en groepen onderling. Wat is er dan eventueel ‘rechtvaardig’ aan AIDS?

Zonder de tekst van het betreffende boek al gelezen te hebben lijkt het me dat de aartsbisschop de aandacht wil vestigen op een ethiek die universeel is, algemeen geldend voor elke mens, een moraal die te maken heeft met zijn biologische, natuurlijke bestaan, met dien verstande dat de gelovige die biologische of natuurlijke eigenheid van de mens en de hele natuur als door God geschapen ervaart. Wij bestaan niet per ongeluk en de wetten van de natuur zijn niet relatief en voor iedereen anders interpreteerbaar. Zoals de zwaartekracht voor iedereen geldt, zo geld ook de wetmatigheid van de biologische seksualiteit als een gegeven voor iedereen, een wetmatigheid die een intelligente scheppende Godheid uit liefde en met het oog op het geluk van de mensen in de natuur heeft gelegd. Deze wetmatigheid is immanent, dat wil zeggen dat ik strikt genomen God er niet bij nodig heb om ze te ontdekken en er naar te leven. De redelijkheid gebiedt toe te geven dat de seksualiteit toch vooral een reproductief doel heeft in de natuur en niet in de eerste plaats of zelfs uitsluitend een genotdoel. Wel is de natuur zo goed voor ons dat we aan seks genot beleven, anders zouden we er waarschijnlijk niet aan beginnen en zouden er geen nakomelingen komen. Overtreden we de natuurlijke wetmatigheid, de ordening van de dingen op het seksuele vlak, dan nemen we een risico, zo goed als we dat doen als we door rood rijden in het verkeer. Het krijgen van seksueel overdraagbare aandoeningen bij wisselende seksuele contacten is een gegeven. Je kan ze bestrijden met medicijnen, maar ook voorkomen door een minder promiscue gedrag, je houden aan wat de mensheid in talloze culturen in alle tijden als ‘normaal’ heeft gezien: één man verbindt zich lichamelijk en geestelijk voor het leven aan één vrouw en daar mogen kinderen uit voortkomen. Het aloude maar in onze tijd zo misprezen huwelijk dat zijn reproductieve functie behoudt. Wie andere wegen gaat moet er de gevolgen van dragen. En daarin schuilt in de redenering van Léonard ongetwijfeld een aspect van ‘rechtvaardigheid’. Niet zozeer een rechtvaardigheid in de relatie tot een God die met een opgeheven vingertje in de hemel ‘ach en wee’ roept, maar een rechtvaardigheid die erin bestaat dat, als wij sollen met de natuur, de natuur ons straft. Net als bij het klimaatprobleem. Het is dus niet God die straft, maar de natuur zélf. Of: het kwaad straft zichzelf. Ik kan niet anders concluderen, dan dat het dit is wat Léonard bedoelt.

Toch wordt hij zo niet begrepen. Wat kunnen kinderen die door hun ouders AIDS oplopen er aan doen, roept de één? Die zijn het slachtoffer van het (wan-) gedrag van hun ouders, en dus dragen die ouders een grote verantwoordelijkheid. Het is inderdaad niet rechtvaardig, want die kinderen kan je niets verwijten. Maar de onrechtvaardigheid zit ‘m hier niet in de biologische realiteit van AIDS, maar in het gedrag van de ouders (of één van hen). Dat er AIDs is bij seksueel promiscue gedrag is in zich niet ‘onrechtvaardig’. Dan zou de natuur onrechtvaardig zijn en daarmee ook de Schepper van die natuur. Maar waarom niet in de spiegel kijken en ons gedrag kritisch bekijken? Hoeveel compassie je ook moet hebben: AIDS-patiënten zijn in de meeste gevallen natuurlijk niet onschuldig aan hun gedrag. We leven in een tijd waarin we het aanvaardbaar tot normaal vinden ‘dat iedereen het met iedereen doet’ en dat de mensen die vervolgens het HIV-virus oplopen vreselijke stakkers zijn. Dat laatste zijn ze, maar we kunnen niet weglopen voor onze persoonlijk verantwoordelijkheid.

Waar we het ook moeilijk mee hebben is te accepteren dat er nu eenmaal bepaalde biologische waarheden bestaan. Zoals de ziekte AIDS zélf, maar ook de verschillen tussen man en vrouw, het feit dat mannen geen kinderen kunnen krijgen en de vrouw daar dus alleen voor opdraait, daardoor minder gemakkelijk ‘carrière maakt’. Maar ook het feit dat we op een zekere leeftijd aftakelen en zelfs dood gaan. Die revolte tegen de natuur zit in onze tijd en je kan je afvragen wie er aan het langste eind zal trekken. We vinden het onrechtvaardig als ons iets overkomt dat we niet gewild hebben, ook al hebben we het zelf voor een deel veroorzaakt. Is het niet verstandiger om te buigen voor de natuurlijk orde, die zo beroerd nog niet is? En voor de het Brein daarachter, die echt niet op ons ongeluk uit is?

Ook ik schrok even toen ik de uitspraak van Léonard in de Knack las. Kan je zo over patiënten spreken? Moet je niet meer compassie met hen hebben. De Vlaamse Christen-democratische Wouter Beke had liever gezien dat de aartsbisschop over mensen als Damiaan had gesproken, die om deze compassie bekend staan. En zeker, je moet een overschot aan compassie hebben met mensen die in de problemen zitten. Ik ken Mgr. Léonard overigens niet als een man die geen compassie zou hebben. Maar in onze tijd hebben wij soms zoveel compassie dat we het zicht op de werkelijkheid van onze menselijke natuur wel eens uit het oog verliezen. We hebben medelijden met mensen die door hun levenswijze bepaalde problemen over zichzelf afroepen. Dat doen ze niet uit slechtheid of domheid, maar omdat onze cultuur nu eenmaal allerlei zaken vindt en aanneemt die zowel wetenschappelijk als ethisch eigenlijk hememaal niet kunnen. Mgr. Léonard is iemand die de durf heeft om ook daar eens over te spreken en de vinger op de zere plek te leggen. Dat die plekken in onze cultuur zeer doen, dat moge uit de heftige reacties blijken. Maar daarmee heeft de aartsbisschop nog geen ongelijk.

Video: persconferentie Mgr. Léonard

Dit bericht is geplaatst in a. Seksualiteit & Vruchtbaarheid met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.