Tijdens de eerste uitzending van Biofides in het jaar 2014 bij Radio Maria België zijn we ingegaan op het in België zeer actuele thema van de uitbreiding van de euthanasie naar minderjarigen toe. Een Senaatscommissie heeft in grote meerderheid al voor die uitbreiding gestemd en de Kamer van Volksvertegenwoordigers staat op het punt hetzelfde te doen. Biofides, dat zich normaal bezig houdt met vragen op het raakvlak van biologie en geloof, in de eerste plaats filosofisch maar onvermijdelijk ook ethisch, wil niet nalaten daar zich over uit te spreken over deze op z’n zachtst gezegd opmerkelijke ontwikkeling.
In programma ‘Biofides’ bij Radio Maria kijken we op een andere manier naar het geloof en de grote vragen van het leven dan in andere programma’s. Biofides is een samentrekking van Biologie en Geloof en is een apostolaat dat ik een aantal jaren geleden gestart ben als oud-leraar biologie uit Nederland. Geloof wordt vaak gezien als iets spiritueels, iets ook van normen en waarden, iets hogers en dat is het ook. Maar ons geloof heeft ook alles te maken met de concrete werkelijkheid waarin wij leven, ons biologisch bestaan, ons lichaam, de natuur, de kosmos waarin wij leven. Dat betekent dat er veel zaken zijn die heel alledaags en lichamelijk zijn en die wel degelijk met ons geloof in God in verband te brengen zijn: onze gezondheid, onze vruchtbaarheid, het milieu waarin wij leven, ons bestaan zelf als mensheid, de wetenschap die ons het een en ander te vertellen heeft over ons bestaan. Hoe kunnen we al deze dingen met elkaar in verband brengen en welke antwoorden kunnen we geven op de grote vragen van het leven?
Biofides tracht een bijdrage te geven aan vooral het denken over ons bestaan, of we nu gelovig of ongelovig zijn en over hoe te handelen. We hebben in deze uitzending dan ook heel wat vragen behandeld. Is wat de wetenschap zegt altijd met ons geloof te rijmen? Is geloof behalve iets spiritueels ook rationeel, zoals de wetenschap dat pretendeert te zijn? Hoe zit het met die evolutietheorie en al die andere zaken die de wetenschap aandraagt? Hoe moet de gezondheidszorg te werk gaan. Is alles wat wij kunnen, medisch gezien, ook goed voor ons? Wat hebben wij als gelovigen te bieden aan een wereld waarvan het klimaat opwarmt, soorten uitsterven, en de armen dreigen het slachtoffer te worden van het consumptiegedrag van enkele rijken? Is alles wat wij geloven wetenschappelijk te verdedigen? Kan je het bestaan van God bewijzen? Of is de wetenschap een bedreiging voor het geloof? En hoe kunnen wij weten wat goed en niet goed is om te doen in ons omgaan met het leven: onze seksualiteit en vruchtbaarheid onze gezondheid, het ongeboren leven, het terminale of gehandicapte leven? Bestaat er wel een objectieve norm voor goed en kwaad en hoe kunnen we die kennen? Is het geloof soms niet te moraliserend?
Maandelijks hebben we dus op de eerste dinsdag van de maand een uitzending hier bij Radio Maria België en deze maand december wil ik met u stil staan bij een onderwerp dat de gemoederen in België deze afgelopen tijd nogal in beweging heeft gebracht, nl.: de uitbreiding van de euthanasiewet naar minderjarigen. Velen in onze cultuur, misschien ook in onze familie- en kenniskring, vinden dat een verworvenheid en zijn er trots op dat België in deze kwestie nog een stap verder gaat dan mijn meestal nogal ’vooruitstrevende’ vaderland Nederland, doordat er zelfs geen leeftijdsgrens op euthanasie bij kinderen gezet is. Anderen, ik veronderstel een beetje: u die naar Radio Maria luistert, vinden dat eerder een trieste zaak en zijn terneergeslagen over hoe zich dit kan voordoen en hoe we het tij nog kunnen keren. Er zijn er al die opgeroepen hebben om een brief naar koning Filip te schrijven en hem op te roepen de wet niet te ondertekenen. Ik wil met u over nadenken over euthanasie bij kinderen maar niet in mineur, eerder in majeur, in die zin dat dergelijke ontwikkelingen in de maatschappij voor een enorme opdracht plaatst: opnieuw het evangelie van het leven verkondigen. Daar wil ik het u graag aan werken.
Euthanasie
Euthanasie is eerlijk gezegd niet mijn favoriete onderwerp voor Biofides, moet ik u bekennen. Het doden van patiënten bij ondraaglijk geacht lijden is biologisch een weinig interessant onderwerp. Ook medisch lijkt me – ik ben geen arts maar kom veel met artsen in aanraking – het niet de meest interessante ingreep die je als arts kan verrichten. Je hebt jaren lang gestudeerd om mensen te genezen, mensen als het ware van de dood weg te houden met de eest geavanceerde therapieën, medicaties, chirurgische ingrepen en dan moet je opeens het omgekeerde van genezen doen en de dood toedienen, via een overigens vrij eenvoudige ‘behandeling’. Is dat niet een volstrekt tegen de aard van het beroep ingaande opdracht? Een open hart operatie lijkt me interessanter, of de behandeling van een kanker met nieuwe medicijnen. De euthanasie heeft een taak toegevoegd aan het artsenberoep die eeuwenlang, al sinds de Grieken ondenkbaar was: actieve beëindiging van het leven. De eed van Hypocrates gold altijd als vaste norm voor medisch handelen, ook in niet-christelijke kringen, en was ook niet gebaseerd op het christelijk geloof maar op ‘gezond verstand’. Het medisch beroep werd opgevat als een dienst aan het leven van de mens: hoe kunnen we een falende gezondheid van de mens repareren, en als het niet meer te er helpen is de patiënt optimaal verzorgen met gepaste middelen ter bestrijding van de pijn. Onze tijd vindt het nodig ook levensbeëindigend te kunnen handelen, wat in feite het medische beroep in z’n achteruit is. Artsen zijn er om te genezen en te verzorgen , niet om te doden. Wat is er dan veranderd in onze tijd, dat de meerderheid van de bevolking de taak van de levensbeëindiging toevoegt aan het artsenberoep?
Secularisering
Ongetwijfeld is er een verband tussen de secularisering van onze samenleving en de veranderende normen en waarden, die tot deze opvattingen leiden. Secularisatie, verwereldlijking, dat is het proces waarbij godsdienst, religie, steeds meer op de achtergrond van het maatschappelijke leven komen te staan. Mensen verliezen hun geloof om tal van redenen, gaan niet meer naar de Kerk tenzij voor een begrafenis van een familielid uit sociale verplichting en gaan leven, uiteindelijk, alsof God niet bestaat. Misschien zijn de mensen wel nooit echt gelovig geweest maar opgegroeid in een katholieke cultuur zonder zelf echt geworteld te zijn geweest in het geloof. Dat zou hebben moeten inhouden: een persoonlijke relatie met God door een goed gebedsleven, het ontvangen van de sacramenten, ook de biecht, het kennis hebben van het geloof, het kunnen verantwoorden van dat persoonlijke geloof dat je zelf hebt omarmd en niet gelooft omdat je ouders het geloofden, het deelhebben aan het kerkelijk leven op allerlei gebied en het je als representant van je katholieke geloof opstellen in de maatschappij met een overtuigend en vreugdevol levensgetuigenis. Indien dat er niet was en er een golf van nieuwe inzichten en afwijkende opvattingen over de maatschappij heen gaat, zijn er velen die niet sterk genoeg staan om stand te houden, die meewaaien met de wind van de moderne opvattingen en daaruit het goede en het minder goede niet goed kunnen onderscheiden. Want niet alles wat nieuw is is goed maar ook niet alles wat nieuw is is slecht! Waar het om aan komt is te kunnen onderscheiden wat wel en niet waar en goed is. En de Kerk, de paus in gemeenschap et de bisschoppen in de gehele wereld, niet alleen die in Vlaanderen of Nederland maar zij in gemeenschap met het wereldepiscopaat en uiteindelijk de bisschop van Rome, vormen bij uitstek de instantie die de taak heeft om het kaf van het koren te scheiden, zodat u en ik het wiel niet steeds zelf uit hoeven te vinden.
Maar nee, de westerse mens is zogezegd ‘voor zichzelf begonnen’, door het zicht op God kwijt te geraken – ook ikzelf ben het zich op God jaren kwijt geweest en heb het in feite pas tijdens mijn biologie-studie in Utrecht gekregen, dank zij een lokale gebedsgroep in de parochie. Ik kan dus uit ervaring spreken wat het is om het zicht op God niet te hebben en het leven dus niet te begrijpen vanuit het standpunt van God. Het onmiddellijke resultaat daarvan is dat je als mens nog slechts jezelf, je directe omgeving en de maatschappij om je heen als referentiepunt hebt om uit te maken wat waar is en wat goed is. Tot wie zou je immers gaan als godsdienst toch niet duidelijk is, het bestaan van god niet aan de orde, niet te kennen, de Kerk je teleurgesteld heeft of nooit geboeid? Je kunt je heil zoeken in een bepaalde levensbeschouwelijke stroming, die van het socialisme als je een sociaal hart hebt, of die van het liberalisme als je meer het accent wenst te leggen op de eigen verantwoordelijkheid van iedere mens voor zijn leven, of de groene beweging als het milieu je na aan het hart ligt. Je kunt kiezen voor een pseudo-religie zoals de vrijmetselarij of gewoon niet nadenken over dergelijke vragen en bij de dag leven: ‘als je maar gezond blijft, dat is het belangrijkste’, zeiden mensen in mijn niet praktiserend protestants-christelijke schoonfamilie altijd, en niet allen zij.
Zelfbeschikking
In die situatie ‘zonder God’ dringt zich het totale zelfbeschikkingsrecht op over alles wat met leven en dood te maken heeft. Het leven, daar ben je heer en meester over als mens en niemand hoeft je te vertellen wat je doen moet. Je moet je wel wat houden aan sociale conventies en wetten, anders kom je in de problemen, maar uiteindelijk maak je zelf uit wat waar is en goed om na te streven. En middels een systeem van politieke stromingen en regelmatige verkiezingen maken we uit wat we als land, als gemeenschap, aanvaardbaar vinden en wat niet. Er is geen hogere instantie die wij zelfs maar zoeken om uit te vinden wat werkelijk goed is voor de mens en wat werkelijk waar is om te geloven, om aan te nemen. Het hoogste wat er is, is de (medische) wetenschap zélf en ‘ethische commissies’ die op uiteenlopende en vaak onduidelijke filosofische en levensbeschouwelijke gronden normen voor het medische handelen formuleren, zoals die van de ‘zorgvuldigheid’ (alsof ‘zorgvuldig doden’ ethisch verantwoord zou zijn) opstellen waar we als gelovigen en als Kerk de wenkbrauwen bij fronzen.
Het menselijk leven is op dat moment een zaak die ons geheel toebehoort en wordt niet meer gezien als ‘gegeven, geschonken’. Wie zegt dat het leven een geschenk is, kan niet om de vraag naar de Schenker heen, die mogelijk ook de bedenker en veroorzaker ervan is, de ‘fabrikant’ die weet hoe je het te geven object, mijn menselijk leven, het best kunt bedienen, die de gebruiksaanwijzing geschreven heeft. Toch biedt het leven genoeg aanknopingspunten, lijkt me, om tot de redelijke conclusie te komen dat het leven wel degelijk een gave is. Wie van ons heeft zichzelf in het leven geroepen? Wie van ons heeft het leven niet bij zijn conceptie en geboorte van zijn ouders gekregen. En die van hun ouders en die van hun ouders enzovoorts: geen van hen kan zeggen dat zij het leven niet ontvangen, gekregen hebben. Is het zo onredelijk te geloven dat er een uiteindelijke Gever is, ergens aan het begin van de geschiedenis? Het is filosofische toch wel problematisch te denken dat er een oneindige reeks van ontvangen en doorgeven van leven zou zijn zonder een ‘eerste Gever’ want als er geen ‘eerste gever’ is van leven, dan is er ook geen tweede, derde en komen we nooit uit bij het leven dat wij vandaag ontvangen hebben en weer doorgeven. En die eerste Gever zou wel eens heel goed het Leven zelf zijn van wie alle leven uitgaat, degene die wij God noemen. Maar ook los van de geschiedenis, gewoon in het heden: we weten dat ons leven elke dag aan een zijden draadje hangt. Mijn broer overleed in het jaar 2000 aan een acute leukemie. Is niet elke dag dat ik leef een geschenk? En wat te denken van het leven van mijn vrouw, mijn kinderen, mijn medemensen: zijn niet al die levens een geschenk voor mij? En is het leven op aarde, de planten en de dieren, de natuur en de kosmos, niet een geschenk, iets dat we ontvangen en iets dat ons overstijgt, dus niet iets waar we zomaar naar willekeur kunnen beschikken?
Leven alsof God niet bestaat vertroebelt ons zicht op het leven als gave en maakt dat we het risico lopen er naar willekeur mee om te springen, als wij en alleen wij de dienst uitmaken. In het christelijk perspectief is het leven een geschenk en God de Schenker aan wie wij uiteindelijk toebehoren, dankbaarheid en eer verschuldigd zijn en respect voor zijn wijsheid die Hij ons meedeelt om ons leven goed te leiden met het ook op eeuwig welzijn bij Hem. Het is in feite onredelijk om er anders over te denken. Mensen die niet in God geloven, en ik ben er zelf vele jaren een geweest dus ik veroordeel niemand en begrijp waar ongeloof door veroorzaakt kan worden, hebben geen verklaring voor het geschenk van het bestaan zelf, een geen welomschreven visie op wat goed is voor de mens en wat niet, op de manier waarop wij ons leven zouden kunnen en ook moeten leiden. Maar God heeft ons een eigen vrijheid en verantwoordelijkheid gegeven en dus hebben we een zekere speelruimte en zelfs de opdracht op het leven te beheren, in zekere mate dus ook naar onze hand te zetten, echter niet om het even hoe. Zo goed als dat we de zwaartekracht niet af kunnen schaffen, kunnen we wat slecht is voor de mens niet opeens goedkeuren. Wel zijn we vrij te kiezen, ons gedrag op de waarheid van het leven aan te passen. Wij hebben de mogelijkheid om het verkeerde te doen, zelfs als wij onszelf daar mee vernietigen, niet omdat God onze vernietiging wil maar omdat God liefde is en wil dat wij uit vrije wil en persoonlijke overtuiging tot het goede besluiten, uit liefde voor hem en voor het goede, het ware. Vandaar dat God het mogelijk maakt, niet wenst of bewerkt maar toelaat, dat onze cultuur, onze tijd afstand van Hem neemt en tot dingen besluit die in feite hoogst ongewenst of zelfs uiterst schadelijk zijn voor de mens, de samenleving en de natuur: zoals de uitbreiding van de euthanasie, waar we toch al niet blij mee waren, tot kinderen, ongeacht hun leeftijd. We moeten daar misschien niet teveel van schrikken: het is het mogelijk gevolg, niet het gewenste gevolg, van het feit dat God van ons houdt en ons mensen een vrije wilsbeschikking heeft gegeven. Anders zouden we als marionetten het goede doen en en uit een vrije wilsbeschikking, uit liefde voor het leven, het goede en voor God, of op grond van ons gezonde verstand. De vrijheid van de mens is een groot goed dat God steeds zal respecteren.
Maar de vrijheid die wij krijgen, ook als gave, rechtvaardigt dus niet een beschikkingsrecht zonder beperkingen. Eén van de uitdrukkelijke beperkingen die de mensheid zichzelf altijd heeft opgelegd en die door de joods-christelijke traditie en de katholieke kerk altijd in herinnering is gebracht is het niet mogen beschikken over leven en dood van de mens. Door het wegvallen van de religieuze traditie komt dat beschikkingsrecht binnen handbereik van de mens, omdat hij toch zich aan niemand hoeft te verantwoorden dan aan zichzelf of de medemens, niet meer aan God. Het leven zelf en elke beslissing daarover is nog slechts een zaak van de mens, individueel en in de samenleving waarin hij leeft. En indien die beslist dat er in bepaalde gevallen wél over dood en leven beschikt lag worden, dan is er niets wat de mens tegenhoudt om dat recht ook uit te oefenen…., tenzij de uiterst kwalijke gevolgen van het genomen besluit.
De mens als persoon
Een ander probleem van de geseculariseerde samenleving dat wij het zicht op de mens als persoon verliezen. Wij weten niet meer goed hoe de mens eigenlijk in elkaar zit. Indien God niet bestaat is de mens ook niet ‘naar zijn beeld geschapen’ maar een product van een toevallig biologisch proces. In een cultuur zonder God is er dus geen wezenlijk onderscheid tussen mens en dier en de mens is in wezen net als plant en dier een vorm van ‘biologisch materiaal’. Wij reduceren het menselijk leven tot het lichamelijke leven, dat we vervolgens enorm ophemelen in een gezondheidscultus, wellness, fitness, seksualiteit los van de vruchtbaarheid, … maar ook de voortplanting die in laboratoria los van de in de liefdesontmoeting van man en vrouw beleefde seksualiteit, nog slechts biotechnisch gerealiseerd wordt. Er gaat iets verloren van wat men ‘de waardigheid van de menselijke persoon’ noemt. Die waardigheid dankt de mens aan de twee-eenheid van ziel en lichaam die de mens tot maakt tot wat wij een ‘persoon’ noemen, anders dan de dieren. Het is juist omwille van dit verschil dat de mens een plant en een dier mag doden (maar ook niet buiten elke proportie) en een mens niet. Je komt op dat moment aan een ‘beeld van God’, een icoon van de Schepper en dat maakt de daad tot een geheel andere dan het doden van een dier. In Genesis 9, 5-6: “Wie het bloed van een mens vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten want als zijn beeld heeft God de mens gemaakt.” De specifieke waardigheid van de menselijke persoon als beeld van God zijn is dus het uiteindelijke motief voor het nooit mogen doden van een mens. De mens is geen dier. Het is dus een zware belediging tegenover de mens als ‘soort’ en ten opzicht van God naar wiens beeld Hij is gemaakt een mens te doden. Euthanasie, de actieve beëindiging van het leven van een een mens, gaat dus in tegen de menselijke waardigheid en euthanasie bij kinderen lijkt mij alleen maar ernstiger te zijn als ik zie hoe Jezus omgaat met kinderen: zij krijgen naast armen, zieken en zondaars, een voorkeursbehandeling van liefdevolle aandacht van Hem. Geen enkele reden dus om lichtvaardig over de uitbreiding van de euthanasiewetgeving tot minderjarige te denken, reden eerder om ons meer zorgen te maken.
Wij zijn ons lichaam
Het doden van een mens is dus het doden van een evenbeeld van God en daarmee een klap in het gezicht van de schepper, die al zijn liefde in die persoon gelegd heeft. Deze mens heeft omdat hij ‘beeld van God is’ een lichaam maar ook een onsterfelijke ziel en die twee vormen een eenheid. Veel mensen zie ten onrechte het lichaam als een ‘ding’, een object waar je je van ontdoet als het teveel last veroorzaakt. Daarmee haal je het lichaam omlaag, dat lichaam dat ook beeld van God is, niet alleen de mens naar de geest. We zien dat een beetje aan de naakte huid, de staande houding, de gelaatstrekken, de taal en intelligentie vooral. Het mens-zijn en het hebben van dat lichaam zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je hebt geen lichaam: je bent je lichaam, zei paus Johannes Paulus II ooit. Wie zijn lichaam aanraakt raakt mij aan. Ons lichaam verdient dus zeer veel respect omdat het deel uitmaakt van wie ik ben als persoon. Er zijn situaties waarin ik mij niet bewust ben van bestaan, mijn ‘ziel’ als het ware niet duidelijk aanwezig is: bijvoorbeeld omdat ik nog niet geboren ben, of omdat ik nog geen jaar oud ben.. of omdat ik in coma lig of zwaar mentaal gehandicapt ben, of gewoon omdat ik slaap, dan ben ik – zolang mijn lichaam nog leeft – nog steeds volwaardige een menselijke persoon want mijn lichaam, dat ben ik ook! Mijn lichaam verdient dus de zorg die ik zou verdienen als ik gezond en bij bewustzijn zou zijn. Het lichaam doden omdat de geest, mijn zelfbewustzijn er nog niet is of even weg is, is dus evenzeer een aanslag op mijn persoon als wanneer ik volledig gezond en volwassen rondloop en met iedereen van gedachten kan wisselen. Daarom is actieve levensbeëindiging altijd af te keuren: je doodt altijd een volwaardig mens.
Het respect voor de menselijke persoon, vanaf de bevruchting van de eicel door een zaadcel in de moederschoot tot aan de natuurlijke dood, is dus een fundamentele notie voor ons denken en handelen. Er zijn geen situaties denkbaar waarin je tot actieve levensbeëindiging over kunt gaan (de Kerk maakt twee uitzonderingen: die van wettige zelfverdediging en zij keurt de doodstraf als bescherming van de maatschappij voor een zeer gevaarlijke persoon, niet in alle gevallen af maar daar blijft het ook bij: in beide gevallen zijn de te doden persoen zwaar schuldig voor hun daden, dat kan je van een embryo of terminale patiënt niet zeggen.
Ondraaglijk lijden
Maar dat ondraaglijk lijden dan: kan je niet kiezen voor de dood uit barmhartigheid. Mensen zeggen vandaag dat het een gebrek aan barmhartigheid en medemenselijkheid is als je een mens zo laat lijden en niet uit zijn lijden verlost. Er is geen reden om voor die situatie een uitzondering te maken en een mens van het leven te beroven, maar ook omdat het medisch in feite niet nodig blijkt te zijn. Laten we drie begrippen nog even helder van elkaar onderscheiden.
Onder euthanasie verstaan we tegenwoordig (ook de kerk spreekt er zo over): actieve levensbeëindiging. “Met het woord euthanasie wordt bedoeld een handeling of een nalaten die van nature of volgens de bedoeling de dood veroorzaakt, om daardoor een einde te maken aan iedere pijn. De euthanasie ligt dus in de bedoeling van de wil en in de manier van handelen.“ (definitie van de Congregatie van de Geloofsleer van de Katholieke Kerk). Echter, bij euthanasie bestrijdt je niet de pijn maar de persoon die pijn lijdt. Je berooft iemand van het leven met als bijbedoeling de pijn te bestrijden. Je bestrijd de persoon om de pijn te bestrijden. De vraag is of je iemand moet doden om hem of haar van zijn of haar pijn te verlossen. Zelfs al was er geen adequate pijnbestrijding, dan nog zou dat niet te verdedigen zijn.
De opkomst van de euthanasievraag heeft te maken met de vooruitgang van de medische wetenschap die sims kan leiden tot ‘therapeutische hardnekkigheid’, een doorgedreven medisch handelen om de persoon maar niet te laten sterven, zonder dat die medische handelingen in feite nog een redelijk medisch doel dienen. Het is vaak de angst voor die situatie die mensen om euthanasie doet vragen. Maar met de opkomstvan de medische wetenschap, de therapeutische hardnekkigheid, en de opkomst van de euthanasievraag is er de opkomst van de palliatieve zorg die de medicus in hoge mate in staat stelt het leiden te verzachten. En als laatste toevlucht kan de arts, indien het levenseinde onafwendbaar is en het lijden ondraaglijk, over gaan tot terminale of palliatieve sedatie: het in een diepe slaap brengen van de patiënt, zodat deze zijn bewustzijn verliest en niet meer voelt. Dat kan de dood in sommige gevallen wat verhaasten maar dat is niet de intentie van de behandeling, die is puur op pijnbestrijding verlicht en op een ‘zachte dood’, wat in feite de originele betekenis was van het woord euthanasie. Euthanasie in de betekenis van hoe we dat woord nu begrijpen, als actieve en gewilde levensbeëindiging, is dus in feite niet alleen onethisch maar ook onnodig. Vaak ontbreekt het artsen – heb ik mij laten uitleggen – aan goede kennis van en ervaring met palliatieve zorg inclusief sedatie, zodat men er toch huiverig tegenover staat en aan de verleiding om met de stroom mee voor euthanasie te kiezen mee gaat maar gebrek aan vorming dat kan geen reden zijn om een immorele weg in te slaan als arts of als samenleving.
Een beroep wordt vaak ook gedaan op ‘de persoonlijke vrijheid’ van de patiënt om over zijn even te beschikken. Maar bij euthanasie beroof je nu juist de patent van die vrijheid en wel definitief. Indien we de vrijheid van de persoon zouden respecteren zouden we hem in leven laten en zijn pijn verzachten. Want dat was de reden van zijn euthanasievraag: hij had immers geen probleem met het hebben van een persoonlijke vrijheid maar met het lijden. Ook bij patiënten zelf heerst daarover een grote onduidelijkheid die – denk ik – de vrucht is van een constante informatiestroom die op onjuiste redeneringen en principes gebaseerd is.
Een ander graag aangehaald begrip is dat van de ‘kwaliteit van leven’. Wie maakt echter uit wat ‘kwaliteit van leven’ is? He is eenvoudig aan te tonen dat dat een zeer subjectief begrip is: een gehandicapt kind kan zeer gelukkig zijn en zijn ouders ook. Maar een ander gezin zal er erg onder gebukt gaan, afhankelijk van de manier waarop de mensen in het leven staan. Maar de cultuur legt ons een vaag omschreven begrip van kwaliteit van leven op die ons in bepaalde gevallen het recht zo geven het even te beëindigen. En kwaliteit van leven zou je echter ook kunnen omschrijven als de manier waarop je een lijdende mens bijstaat met de beste medische hulp, pijnbestrijding, maar ook sociale, psychologische én spirituele ondersteuning, zodat het welzijn van de patiënt optimaal wordt gediend. De kwaliteit van leven van een geëuthanaseerde patiënt is in elk geval geringer dan die van een lijdende maar goed verzorgde patiënt.
Hellend vlak
Tegenstanders van de legalisering van de euthanasie, of dat u bij volwassenen is of bij kinderen, gebruiken vaak het argument van ‘het hellend vlak’. En inderdaad kan je je niet aan de indruk onttrekken dat de grenzen van het mogen doden, zelfs als de patiënt zin wil niet kan uiten (zoals een pasgeboren baby), steeds verder opgerekt orden . met de uitbreiding van de Belgische euthanasiewet tot minderjarigen, die niet over bijna niets mogen beslissen maar nu wel overleven en dood (waar ook een volwassene niet over kan beslissen), kan moeilijk anders gezien worden als een hellend vlak. Maar die helling is al veel eerder begonnen te bestaan en mensen die het weten kunnen denken bij .. de aanvaarding van de contraceptie in de westerse cultuur bij de invoering van ‘de pil’. Wat wat is er daar aan de hand. De liefdesdaad die in zijn aard levengevend is en waarin volgens Johannes Paulus II man en vrouw meer dan waar dan ook ‘beeld van God’ zijn, scheppende liefdesgemeenschap, wordt bij gebruik van contraceptie beroofd van z’n levengevend, scheppend karakter. Een vruchtbaarheidsdaad uit liefde wordt in feite gesteriliseerd, met hormonen, een spiraaltje of met rubber of hoe dan ook. Sommige producten hebben bovendien een abortieve werking voor het geval er toch een bevruchting heeft plaats gevonden: het vruchtje wordt belet zich in te nestelen in de baarmoeder of zelfs afgedreven door hormonale stimulatie. En indien dat niet meer werkt is het een kleine stap naar abortus provocatus of ‘zwangerschapsonderbreking‘, zo gezegd in noodsituaties. Maar we weten nu dat de meeste ‘noodsituaties‘ niet méér zijn dan ongewenste zwangerschappen wegens falende contraceptie: het scheuren van condooms, het vergeten de pil in te nemen, etc.. Het doden van ongeboren menselijk leven is daarmee geaccepteerd en dan is het niet meer zo’n grote stap om in bepaalde gevallen ook ander menselijk leven te willen kunnen doden. Dat zette de deur open naar de euthanasie die nu uitgebreid wordt baar minderjarige kinderen. De glijbaan is mogelijk nog niet afgelopen: ik maak mij zorgen voor zwaar gehandicapte mensen in de toekomst en wat daarna. Maar aan het begin van die glijbaan, daar ergens in de jaren zestig, hebben wij het beeld van God in de samenleving geweld aan gedaan: de vruchtbare liefdesgemeenschap van man en vrouw gesteriliseerd met hormonen. Misschien is het toen geweest we God aan de deur van onze cultuur hebben gezet. Is het niet toen geweest dat in de westerse landen de kerken leeg zijn gaan stromen? Zijn niet heel veel katholieken mee gegaan in de contraceptieve cultuur en hebben zijn de reactie van de Kerk (Vaticanum II & Humane Vitae) geen plaats kunnen geven in hun gelovige denken en handelen? Hebben niet veel katholieken kritiek op de Kerk omdat ze op dit punt ‘afgehaakt zijn? Een Amerikaanse apologeet zegt het op een straffe manier: Veel ‘progressieve’ katholieken die het niet eens zijn met het leergezag omdat ze ‘onder de gordel’ in zonde leven. Waarmee hij bedoeld dat ze op seksueel vlaak niet leven zoals de Kerk het van hen vraagt (mocht u de uitdrukking nog niet begrepen hebben). Het is begrijpelijk dat ze daarover niet spreken en de Kerk dan op andere thema’s zoals de wijding van vrouwen aanvallen.
In elk geval hebben we nu te maken met een cultuur waar de dood als oplossing wordt gezien voor onze problemen. Zij we niet bezig onze cultuur te doden? We doden onze seksualiteit, onze embryo’s, onze terminale patiënten en nu ook nog onze eigen kinderen als ze zwaar lijden. Wist u dat het Westen bezig is zichzelf uit te roeien? Wij krijgen nog maar 1,3 kind per koppel, terwijl wij er 2,1 nodig hebben om onszelf in stand te houden. Onze Islamitische medewurgers nemen de overgebleven ruimte in, niet met het zwaard zoals in de tijd van de kruistochten, maar met de vruchtbaarheid: het verwekken van kinderen. U en ik weten waar dat toe kan leiden qua cultuur en wetgeving in de samenleving. Tegelijk vernietigen we onze natuur door ons consumptief gedrag. De vraag die ik mij als redelijke mens stel is of dit allemaal wel ‘verstandig is’. De redelijkheid lijkt me mij gebieden hier mee op te houden en voor een cultuur te kiezen die voor het leven is en nooit voor de dood: te stoppen met het doden van mensen, ze te verzorgen, hun waardigheid te respecteren in elke fase van hun leven.
Een voorbeeld van vandaag: de Russische regering heeft besloten advertenties voor abortus te verbieden en er gaan in de Duma nu ook stemmen op om abortus als geheel te verbieden/ Sinds de Russische Revolutie, die de abortus in Rusland invoerde, zijn de abortuscijfers in dit immense land heel hoog en uiteindelijk is de bevolking gaan krimpen, met alle sociaal-economische gevolgen van dien. Ouders krijgen nu een forse premie bij het op de wereld zetten van een kind, want om als kan te bestaan en te overleven zijn er kinderen nodig. Het kwaad van het doden van ongeboren leven blijkt zichzelf te straffen.
Wat nu?
De volgende vraag is dan: wat nu? De verleiding is groot somber te zijn, boos en tot actie te willen overgaan! De Belgische politiek moet nog definitief besluiten over de uitbreiding van de euthanasie tot minderjarigen en sommigen hebben voorgesteld om koning Filip een brief te schrijven en hem op te roepen net als zijn oom een dergelijke wet niet te ondertekenen. En het zou van grote moed getuigen als hij dat durfde te doen! Maar ik wil met u een beetje verder kijken dan alleen actie veren om de uitbreiding van de euthanasiewet tot minderjarigen tegen te gaan, hoewel ik dus niemand het actie voeren wil ontraden. Maar ten diepste denk ik dat we verder moeten kijken dan de korte termijn. Waar we nu zijn aangeland, dat is de vrucht van decennia lang voortschrijdend proces van de verwijdering van het geloof in God uit de samenleving. Onze kerken zijn leeg en dreigen niet meer onderhouden te worden, ons geloof staat op een erbarmelijk laag pitje, over het geheel genomen. De mensen die nu voor deze wetten stemmen hebben mogelijk in overgrote meerderheid hun doopsel ontvangen, hun eerste communie gedaan en zijn gevormd. Maar wat heeft die geloofsopvoeding opgeleverd? Is er werkelijk gebeden in die gezinnen, is het geloof er goed uitgelegd en voorgeleefd? Is ons probleem niet in de eerste plaats een geloofscrisis. Zonder God zijn wij het juiste zicht op de werkelijkheid kwijt, op de grenzen van onze beschikkingsmacht, op de waardigheid van de menselijke persoon, op een natuurlijk aanvoelen van goed en kwaad op grond van gezond verstand. Paus Franciscus wint er geen doekjes om en schrijft dergelijke tendensen aan niemand minder toe dan Degene die ons ongeluk wil hebben, als het kan voor eeuwig en onze ondergang hier op aarde al. Ik denk dat weet over wie ik het heb. Laten we ons niet laten misleiden.
Mijn inzet zou zijn om met u vooraan te beginnen en over te gaan tot een echte nieuwe evangelisatie, te beginnen bij mijn eigen persoon en niet teveel naar de ander te wijzen: mijn gebedsleven, mijn leven in de Kerk, de kennis van mijn geloof, de argumenten die mijn geloof en ethische houdingen versterken, de manier waarop ik mijn geloof in de praktijk breng. Misschien moeten we ons op een of ander punt bekeren. En dat niet alleen: ook ons leven in de natuur, want ook die is door God geschapen. En zoals de nieuwe paus graag benadruk met een voorkeursbehandeling voor de armen in ons midden.
Vervolgens kunnen we onze parochies en gemeenschappen vernieuwen door een nieuw geloofselan, niet eeuwig zwijgen over heikele zaken maar ze durven bespreken in preken en parochiële werkgroepen, in gemeenschappen en gebedsgroepen en zo over de jaren te komen tot een opnieuw geëvangeliseerde samenleving die – het zal niet voor morgen zijn – vanzelf op een dag de dwaasheid van die wetgevingen zal zien. We kunnen van onze opvattingen getuigen op os werk, in de familie, in de publieke ruimte maar nooit agressief of veroordelend, altijd vriendelijk en uitnodigend en natuurlijk door het goede voorbeeld te geven. In sommige delen van de wereld blijkt er al een kentering gaande te zijn: zou die ook over een paar decennia zich niet hier kunnen inzetten? Het zal van onze houding vandaag afhangen! En of wij die zullen meemaken is niet het belangrijkste; laat het dan zijn voor onze kinderen en kleinkinderen..
Het is verre van aantrekkelijk voor de buitenwereld als bij gelovigen nu met sobere gezichten en veroordelende vingers door onze samenleving heen lopen, omdat wij goed zijn en zij slecht. De kunst is om onze boosheid en frustratie snel te boven te komen en een nieuwe start te maken met het gelovig, kerkelijk en morele leven in onze streken. Wat we vooral niet mogen doen is de moed verliezen, met zoveel teruggang in katholiciteit en moraliteit in Vlaanderen, in de politiek in het gehele Westen. Onlangs waren de Nederlandse bisschoppen bij paus Franciscus in Rome op ad limina bezoek. Zij hadden een wat somber rapport geschreven over een ‘krimpende kerk’ en herstructureringen, kerken die gesloten moeten worden. Maar de paus heeft hen opgeroepen de hoop niet te verliezen maar blijden getuigen te zijn van het geloof in het publieke debat niet te schuwen. We staan aan het begin van een ware nieuwe evangelisatie en ook ik daag u uit de uitbreiding van de euthanasiewetgeving in België aan te grijpen tot een innerlijke bekering tot geloof, hoop, liefde, en ‘de vreugde van het evangelie’, zoals paus Franciscus het in zijn pas verschenen exhortatie noemt. Laten we dus het kwade met het goede bestrijden, niet met kwade reacties. Op die manier wordt ons geloof en ook onze levensstijl aantrekkelijk voor diegenen ver van het geloof en onze ethische opvattingen verwijderd zijn die in feite innerlijk heel goed weten dat euthanasie op kinderen geen menswaardige oplossing is maar de argumenten iet hebben om tegen de wind in te gaan. De eerste christen in de Romeinse Rijk hebben de Romeinen niet overtuigd door hen op hun fouten te wijzen maar door het getuigenis van hun levensstijl, die zover boven die van de Romeinen uitstak. Ook wij moeten onze tijdgenoten overtuigen door de kwaliteit van onze opvattingen en praktijken, niet door en met veroordelingen te achtervolgen. Wij moeten voor hun een aantrekkelijk alternatief zijn: mensen die geloven in het leven en in oplossingen die de menselijke waardigheid hoog houden. Ik dank u voor uw inzet!
Vincent Kemme
===
Biofides heeft uw steun nodig!!
Om onze kosten af te dekken doen wij een beroep op uw generositeit: kantoorruimte, bureaukosten, internet, promotiekosten, etc. Maak (liefst periodiek) een bedrag van uw keuze (25, 50, 100, 250 euro of meer…) over of op onze internationale bankrekening IBAN: BE04 3930 2829 8831 BIC: BBRU BE BB
ten name van Biofides, Roosdaal (B). Hartelijk dank!