Biofides heeft in het verleden meer dan eens aandacht besteed aan de manier waarop we vanuit zowel de biologie als het geloof tegen het menselijk embryo aan kunnen kijken. Op grond van biologische, filosofische en religieuze argumenten is het redelijk om aan te nemen dat een menselijk embryo vanaf de samensmelting van ei- en zaadcel, binnen of buiten de baarmoeder, een menselijk individu is, ‘één van ons’. Biofides wil dan ook het Europees Burgerinitiatief ‘One of Us’ steunen dat EU-burgers in staat stelt invloed uit te oefenen op de Europese Commissie om het menselijk embryo de bescherming te garanderen die het in onze ogen verdient. Daarvoor zijn er 1 miljoen handtekeningen nodig, waarvan 19500 in Nederland en 16500 in België. Wij roepen u op uw handtekening niet aan dit burgerinitiatief te onthouden, of u dat nu doet om wetenschappelijke, humane of religieuze redenen. Indien u erkent dat een menselijk embryo ‘één van ons’ is, een medemens die bescherming verdient, dan hoort uw (elektronische) handtekening er bij. U kunt hier tekenen of eerst de uitgebreidere toelichting lezen. Op voorhand dank voor uw medewerking!
Toelichting
Vanaf de samensmelting van ei- en zaadcel is er ontegenzeglijk sprake van menselijk leven, hoe je het ook wendt of keert. Het DNA van vader en moeder wordt gecombineerd tot een unieke set erfelijk materiaal dat de verdere levensloop van de vrucht (de zygote, later embryo en nog later foetus genoemd) in hoge mate bepaalt (naast externe factoren). Indien er geen deling plaats vindt van de vrucht in de eerste dagen tot een eeneiige tweeling is er dus ook sprake van een menselijk individu (en anders van twee menselijke individuen). De embryonale ontwikkeling is een zeer geleidelijk proces, een continuüm dat geen abrupte overgangen kent. Er is dus geen wezenlijk verschil tussen
- een bevruchte eicel en een ‘klompje cellen’ (morula- en blastula-stadium),
- een nog niet of al wel in de baarmoederwand ingenestelde vrucht,
- een ‘embryo’ (tot de 8e week van de zwangerschap) of een ‘foetus’ (vanaf de achtste week: de menselijke trekken worden zichtbaar),
- een foetus die nog niet of al wel buiten de baarmoeder kan overleven (de grens ligt rond de 23ste of 24ste week van de zwangerschap) ,
- een ongeboren of geboren kind,
- een baby, peuter, kleuter, kind, tiener of jongere,
- een volwassene, een senior of een stervende…
- een gezonde, zieke of gehandicapte..
Wij allen gaan die weg en er bestaan geen goede redenen om te zeggen dat één van ons op één of ander moment van zijn embryonale ontwikkeling nog niet de mens was die hij of zij nu is en nog zal zijn.
- Filosofisch wordt een menselijk individu het ‘persoon-zijn’ toegekend vanwege zijn of haar (bij het embryo al potentieel aanwezige) unieke geestelijke activiteiten zoals taal, intelligentie, zelfbewustzijn, vrije wil, ethisch handelen, liefhebben, religieus te zijn, etc., kortom ‘iemand’ te zijn en niet ‘iets’.
- Vanuit de religie spreken we van de menselijke ziel die het individu mogelijk al bij de conceptie ontvangt (we missen het vermogen om dat vast te stellen) en hem of haar uiteindelijk in staat stelt God te kennen en de het biologische levenseinde als persoon te overleven.
Dat alles brengt gelovigen én ongelovigen er toe om het menselijk embryo al vanaf de bevruchting van de eicel door een zaadcel (de conceptie) als ‘één van ons’ te bestempelen en daar de consequenties aan te verbinden die voor elke van onze medemensen geldt: respect voor zijn of haar menselijke waardigheid, als persoon.
Nu denkt onze tijd en onze samenleving daar in de praktijk nogal eens anders over.
- Dat begint bij de aanvaarding van het gebruik van bepaalde vormen van anticonceptie waarbij de vrucht verloren gaat doordat deze zich niet kan innestelen. Dat is het geval bij vormen hormonale anticonceptie en bij het ‘spiraaltje’ of ‘intra-uterine device’ (IUD), maar ook bij de ‘morning-afterpil’ (of ‘noodpil’) en ‘RU486’ (de ‘abortuspil’) die beide tot doel hebben de gevormde menselijke vrucht af te drijven.
- Daarbij voegen zich nog de abortus provocatus of ‘zwangerschapsafbreking’ maar ook bij in vitro fertilisatie (IVF of ‘reageerbuisbevruchting’) waarbij meer dan één embryo buiten de baarmoeder wordt verwekt en – na selectie op genetische afwijking en soms geslacht of andere eigenschappen – er één of enkelen worden teruggeplaatst in de baarmoeder, de ‘rest-embryo’s’ in de ‘koelkast’ belanden, deze voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt of vernietigd worden. Bij een onverhoopte meerling wordt (worden) een embryo (of meer) uit de baarmoeder wordt weggenomen (‘embryo-reductie’ ofwel abortus provocatus op dat ene kind).
Dat is in kort bestek een overzicht wat een menselijk embryo vandaag kan overkomen. Daarbij moét gezegd worden dat al deze procedures over het algemeen met de beste intenties gevolgd worden: men streeft nobele doelen na ten aanzien van de vruchtbaarheid (geen ongewenste zwangerschappen, bestrijding van onvruchtbaarheid, etc.) maar gebruikt daarbij middelen die ernstige vragen oproepen ten aanzien van de manier waarop er met embryo’s omgesprongen wordt. Indien elk menselijk embryo een menselijk wezen is met potentie (en niet ‘een potentieel menselijk wezen’, zoals soms gesteld wordt), dan is elk menselijk embryo ‘één van ons’ en zou het behandeld dienen te worden zoals ieder van ons. Het recht op bescherming van het leven is daar het eerste om aan te denken. Het zij echter verre van ons wie dan ook te veroordelen die ooit van dergelijke methoden van anticonceptie of medisch begeleide voortplanting gebruik maakt(e). Het gaat ons hier om een verdedigbaar principe ten aanzien van embryonaal menselijk leven in de Europese regelgeving verankerd te zien, echter niet zonder dat mensen in nood alternatieven aangeboden worden zoals hulpverlening voor moeder én kind, eventueel adoptie, bij ongewenste zwangerschap of ‘naprotechnologie’ (‘natuurlijke procreatie’, een veel succesvoller behandeling dan IVF) bij onvruchtbaarheid.
De Europese politiek is naast de landelijke politiek het platform waarop onze samenleving beslissingen neemt over de beschermwaardigheid van het menselijk leven in elke fase van het bestaan. Omdat die beschermwaardigheid van het ongeboren leven in Europa al op grote schaal weggevallen is, wordt er nu gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het Europees Burgerinitiatief in een poging het menselijk embryo opnieuw beschermd te krijgen als ‘één van ons’. Onder die naam ‘One of Us’ is vanuit Italië een actie ingezet om met een miljoen EU-burgers uit minimaal 7 van de 27 EU-landen rechtstreeks invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van het EU-beleid door de Europese Commissie op te roepen een wetgevingsvoorstel te doen voor dit onderwerp waarvoor de EU wetgevingsbevoegdheid heeft. Voor elk van die 7 landen is ook een minimumaantal handtekeningen vereist. Voor België zijn er dat 16500, voor Nederland 19500. Op basis van de definitie van het menselijk embryo als het begin van de ontwikkeling van de mens, die werd gegeven in een recente uitspraak van het Europese Hof (Brüstle versus Greenpeace), vraagt ‘One of Us’ de EU om het einde van de financiering van activiteiten die de vernietiging van menselijke embryo’s inhouden, met name op het gebied van onderzoek, ontwikkelingshulp en de volksgezondheid.
Biofides roept u op dit Burgerinitiatief te steunen en uw handtekening te geven en wel zo spoedig mogelijk, in ieder geval nog dit kalenderjaar 2013. Voor de katholieken onder u moge als aanbeveling gelden de uitspraak van inmiddels emeritus-paus Benedictus XVI, gedaan op 3 februari 2013, waarin hij zijn steun aan deze actie verleent. Maar ook als u een andere of geen specifieke geloofsovertuiging hebt maar de argumentatie op wetenschappelijke of humane gronden overtuigend vindt, kunt u dit initiatief steunen: het is immers geen religieus maar een burger-initiatief.
U kunt uw steun betuigen door direct naar de EU-website van het burgerinitatief te gaan, uw taal en land in te voeren en zo verder. Ook kunt u zich eerst nader informeren op de website ‘One of Us’ en daar op ‘Teken hier’ te klikken (dan komt u op de voornoemde EU-site). Dank u hartelijk voor uw steun!